Karel de Eenzame (7)

"Schrijver, ik ben nu wat je noemt een mensenschuwe kluizenaar die nog wel een beetje handelt in antiek, maar eigenlijk zit te wachten op de komst van magere Hein. Ik wil met niemand meer contact hebben. De enige die nog met enige regelmaat bij mij komt is Japie. Japie is een goed joch die mij neemt zoals ik ben en nooit moeilijke vragen stelt. Een tijdje geleden vertelde hij mij over jouw bestaan en dat jij verhaaltjes over het leven in de krant schreef. Hij vroeg mij of hij met jou over mij mocht spreken en of ik aan jou over mij leven wilde vertellen. Nadat ik daarover goed had nagedacht, gaf ik hem mijn toestemming."

Door Arie Bax

'Gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer'

"Meneer de schrijver, dit is in vogelvlucht mijn levensverhaal. Iedereen mag het nu weten want ik geloof dat ik het niet erg lang meer zal maken. Ik denk dat dan de stelling 'opgeruimd staat netjes' beslist op mij van toepassing zal zijn. Op de vraag of ik spijt heb van mijn levenswandel, kan ik u zeggen dat ik natuurlijk heel veel spijt heb, maar gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer. De meeste wroeging heb ik over hetgeen ik mijn dochters heb aangedaan."

'Bedankt dat hier in deze bende naar mij wilde luisteren'

"Ga nu maar weg want ik heb in een paar uur meer gesproken dan de laatste per jaar bij elkaar. Ik ben moe. Bedankt dat je hier in deze bende naar mij wilde luisteren."


De week daarna stond er boven het verhaal in de krant: 'Het zijn alleen de sterke benen die de weelde kunnen dragen'. Toen Simon een paar maanden later Japie tegenkwam, vertelde deze dat Karel dood was. Men had hem dood aangetroffen in zijn stinkende bed in het kamertje achter de winkel. Karel was op kosten van de gemeenschap begraven omdat zijn kinderen met het overlijden van hun vader niets te maken wilden hebben. De inboedel van zijn woning was afgevoerd naar de vuilnisbelt. De paar stukjes antiek uit zijn winkeltje waren door de gemeente verkocht.