Lees alles terug op schoorlsebosmoetblijven.nl en duinstichting.nl
Lees alles terug op schoorlsebosmoetblijven.nl en duinstichting.nl (Foto: aangeleverd)

Oktobercolumn Duinstichting

Gerard Köhler

Drs. G. H. (Gerard) Köhler is geboren in Den Helder in 1956, maar groeide op in Bergen. Hi is sinds maart 2019 lid van de Statenfractie van Forum voor Democratie en getrouwd met de dorpstandarts van Schoorl, op en top Schoorlaar. Hij leeft mee met het wel en wee van de Schoorlse Duinen. Dat blijkt ten volle uit onderstaande gastcolumn voor de Duinstichting voor de maand oktober.

‘In 1964 verhuisde het gezin Köhler van Ruigoord naar Bergen. Mijn vader werd gestationeerd bij de bereden politie aan de Kerkedijk in Bergen. Bittere tranen en veel heimwee had ik naar dat kleine paradijsje waar de akkers werden bewerkt met Zeeuwse paarden en ik dagelijks in de stallen van de veehouders en kippenboeren was te vinden. Maar Bergen wende snel. En met de jaarlijkse meidenmarkt op het Klimduin en de broekengarage in Groet, waar je merkspijkerbroeken, met draaipijp, voor een paar gulden kon kopen, ontdekte ik ook Schoorl. Het duingebied wekte mijn interesse toen mijn vader vertelde over topless zonnende Duitse toeristen. Nu nam mijn vader mij niet daarvoor mee. Wel liet hij mij de reusachtige meeuwenkolonie bij het pas uitgegraven Vogelmeer zien. De meeuwen verdedigden hun nesten fanatiek. Jaren later werden eieren in olie ondergedompeld om de uitdijende kolonie in de perk te houden. Het Vogelmeer zag eruit als een bord erwtensoep, de omliggende heidevelden hadden het zwaar. Het hielp niets, net als nu weinig helpt tegen de groeiende ganzenpopulatie die het NH-landschap koloniseert. Pas met de intrede van de vos stierf de kolonie in korte tijd uit. Langs de weg kunnen we nu op borden zien hoe we met weggetrokken meeuwen die massaal in stad en dorp vertoeven moeten omgaan. Ook deed ik mee aan de konijnentellingen. Ze werden eveneens als plaag gezien en fanatiek bejaagd. Dat was spannend met de auto ’s nachts door het bos en tellen hoeveel konijnen zich blindstaarden in de koplampen. Van het ene jaar op het andere viel er nauwelijks meer te tellen. Wel zagen we de talloze lijkjes langs de Nieuweweg liggen. Het in laboratoria ontwikkelde Myxomatose- en VHS-virus hebben de konijnenpopulatie vrijwel vernietigd. Alleen op Ameland is nog een kerngezonde konijnenpopulatie. Niet omdat ze resistent zijn, maar omdat op Ameland gericht wordt gejaagd.

Met het verdwijnen van de konijnenpopulatie veranderde het landschap razendsnel. De uilenballen die ik verzamelde kregen een andere samenstelling. Het werden er ook steeds minder. Vooral het Dr. Van Steijnbos was er in de jaren ’70 mee bezaaid. De vergrassing van het duingebied sloeg toe, waardoor de stuifduinen verdwenen. Ook de fauna veranderde enorm. Niet alleen de uilen, maar ook tapuiten die in verlaten konijnenholen broedden verdwenen spoorslags. En er verdween meer. In de publicaties van boswachter Frank Nieuwenhuizen is dat goed te volgen. Andere soorten vestigden zich. In Schoorl zien we vooral de Amerikaanse vogelkers gedijen. Het is een nieuwe plaag. Die overigens goed in de hand is te houden met schapenbegrazing zoals in het NHD het geval is. Nu worden vooral exotische koeien ingezet. Vreemd eigenlijk. Koeien snoeien. En snoeien doet bloeien. Zo zien we wel meer opmerkelijke ingrepen. Heidevelden worden afgeplagd om op armere grond terug te keren. Maar op die afgeplagde gebieden zien we lijsterbes, berk en de Amerikaanse vogelkers opbloeien. Het lijkt zinloos. Van doordacht beheer lijkt soms nauwelijks sprake. Het ontwikkelen van een, overigens fantastisch stuifduin aan de Verspyckweg is ook zoiets. Niet alleen moet het fietspad naar Bergen aan Zee nu geregeld schoongeveegd; het wandelende duin heeft inmiddels een heideveld ingenomen en bedreigt Drieduin 1, een studieplek van de Universiteit van Wageningen, juist om te bestuderen wat er gebeurt als de mens niet ingrijpt in de natuur. Zo zijn er talloze voorbeelden die ik geregeld in de Provinciale Staten opvoer. Maar daar gaat het vooral over de verstikstof-fisering door boeren van het duingebied. Dat die stikstof uit zee komt en dat daar nu weinig tegen te doen is krijg ik maar niet tussen de oren. Maar ik geef niet op. Het duingebied is me te lief.’

Afbeelding