Afbeelding
(Foto: Arthur de Bruin)

De quaggamossel

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag: de quaggamossel.

Net zoals de zwartbekgrondel komt de quaggamossel uit het buitenland. Het diertje komt van nature voor in de Dnjepr, een ruim 2000 km lange rivier in de Oekraïne.

Meegekomen met het ballastwater van schepen voelt hij zich inmiddels prima thuis in het IJsselmeer. Daar zet hij zich met hechtdraden vast op een harde ondergrond. Ook op gemalen die daardoor danig verstopt kunnen raken.

In de voortplantingstijd (voorjaar) laat het vrouwtjes duizenden eitjes los in het water en loost het mannetje zijn zaad. In het water vindt de bevruchting plaats. De larve zweven in het water en verspreiden zich zo goed. Omdat de mossel al na een jaar geslachtrijp is, gaat de voortplanting razendsnel.

Quaggamosselen verdringen de driehoeksmosselen; ze pikken hun ruimte in. Het voedsel is geen probleem. Beide filteren algen uit het water en die zijn er genoeg. Samen kunnen ze heel wat aan. In enkele weken tijd filteren ze al het water van het IJsselmeer, Markermeer en de Randmeren.

(maximaal vier centimeter groot) zou in principe gegeten kunnen worden door bijvoorbeeld baarzen, maar die herkennen de mossel niet als voedsel. De zwartbekgrondel wel!

Door het weg zeven van algen wordt het water helderder. Er komen daardoor meer waterplanten.

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer

Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden. Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.