Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Watervlo

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag de watervlo

Hij mag dan klein zijn - maximaal 0.5 centimeter - maar ondertussen speelt de watervlo wel een belangrijke rol in het IJsselmeer. Het diertje zeeft algen uit het water waardoor dit helderder wordt en er meer planten kunnen groeien.

Dat zeven doet hij door water op te zuigen via een spier aan de onderkant van zijn lijf, hieruit de algen te zeven en het schone water weer uit te spugen.

De watervlo heeft roeipootjes en beweegt zich, net als een roeiboot, een beetje schokkerig door het water. Op zijn kop staan antennes waarmee hij zowel kan voelen als kan ruiken.


De voortplanting is heel speciaal. Het grootste deel van het jaar legt het vrouwtje uitsluitend onbevruchte eitjes waaruit vrouwtjes kruipen. Pas aan het eind van het jaar of als de leefomstandigheden op een andere manier ongunstig worden, legt ze ook bevruchte eitjes. Hieruit kruipen mannetjes. Door bevruchting - en daarmee dus ‘mixen’ van de erfelijke eigenschappen - ontstaat er een nieuwe generatie. En daar zitten vast wel watervlooien bij die wél goed wel met de ongunstige omstandigheden weten om te gaan.

Ook bijzonder; het vrouwtje draagt de eitjes een poosje in een broedbuidel onderaan het lijf. Als de larven volgroeid zijn, zwemmen ze uit de buidel.

O ja. Watervlooien zijn geen vlooien maar kreeftachtigen.

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer

Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden. Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.