Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Waterspin

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag de waterspin.


Ongelooflijk maar waar; de waterspin leeft onder water. Toch moet ze, als alle spinnen, wel adem kunnen halen. Daarom bouwt deze spin onder water een duikerklok.


Dat bouwen begint met het spinnen van een ‘netje’ en dit stevig aan een paar waterplanten te verankeren. Dan steekt ze het achterlijf boven water en neemt een luchtbel tussen de haren. Ze duikt onder, strijkt de luchtbel af in het netje en doet dit een paar keer.


De waterspin kruipt haar bel in, de poten net erbuiten om te kunnen voelen of er prooien passeren. Komt er een waterinsect voorbij – die mag gerust groter zijn dan zijzelf, dan schiet de waterspin haar duikersklok uit, verlamt deze met gif uit haar krachtige kaken en sleept het slachtoffer mee, de klok in.


Tegelijkertijd met het gif heeft ze ook een sofje ingespoten die de binnenkant van haar prooi oplost. Eenmaal in de klok zuigt ze haar prooi leeg. Slechts het velletje rest.


Ondertussen neemt de hoeveelheid zuurstof in de klok natuurlijk steeds verder af. Daarom steekt ze af en toe het onderlijf weer even boven water om en vult de klok bij. Het is een flinkerd, zo’n waterspin. Zonder poten is ze 1,5 centimeter groot; mèt zo’n 3 cm.

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer

Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden.

Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.