Afbeelding
(Foto: Jelger Herder)

Aalscholver

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag de aalscholver.

s komen hier al heel lang voor; bij opgravingen zijn 5000 jaar oude botten gevonden. Niet dat de grote zwarte vogel (spanwijdte 120 – 140 cm) altijd zo geliefd was.

Decennialang werd de vogel vervolgd als verdachte van broodroof. Ze zouden vissers tot armoede brengen. In 1962 waren er nog slechts 800 broedparen over!

In 1965 kreeg de aalscholver gelukkig een beschermde status. Inmiddels telt ons land zo’n 20.000 tot 25.000 broedparen.

De vogels hebben al vroeg het voorjaar in de kop en niet zelden wordt er al in februari uitbundig gebaltst. De mannen showen hun witte kuif- en borstveren en wapperen uitbundig met de vleugels.

broeden meestal in bomen om zo beschermd te zijn tegen lopende rovers als de vos. Het nest is een regelrechte takkenzooi waar jaar op jaar aan wordt gebouwd. De bomen worden behoorlijk gemolesteerd. Bovendien schijten de vogels uitbundig en zuur waardoor de bomen het loodje leggen.

In tegenstelling tot echte landvogels hebben aalscholvers – pelikaanachtigen - geen broedvlek (een in broedtijd kale plek op de borst waarmee de eieren worden opgewarmd). Uitbroeden gebeurt met de goed doorbloede zwemvliezen.

Jong en oud zijn goede eters. Een volwassen vogel verorbert dagelijks zo’n 400 gram vis. Een paar met een nest met twee jongen eet al heel snel ruim meer dan een kilo per dag!

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer

Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden. Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.