Afbeelding
(Foto: Jelger Herder )

Tijgervlokreeft

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag de laatste in deze serie: de tijgervlokreeft.

Met een lichaamsgrootte van krap een centimeter is de tijgervlokreeft niet direct een reus te noemen, maar is door zijn massaliteit, toch een kenmerkende bewoner van het IJsselmeer. Per vierkante meter besteend oppervlakte kunnen er 2000 tot 3000 tijgervlokreeften zitten. Het gestreepte diertje lijkt wat op een vlo. Het lijfje is zijdelings afgeplat en telt maar liefst 13 paar poten. De voorste om te grijpen, de middelste om (op stenen) te lopen, de achterste om mee te zwemmen.


en eten algen en dood organisch materiaal. Het voedsel wordt met de voorpootjes gegrepen. Ze kunnen uitzonderlijk goed zwemmen, vooral de mannen. Dat zwemmen doen ze opvallend genoeg, op hun zij.


en horen van nature niet thuis in ons land maar zijn vermoedelijk met het ballastwater en via visvoer omstreeks 1964 vanuit N.Amerika in ons land terecht gekomen; het eerst in het IJsselmeer. In de zeventiger jaren had Nederland nog een veel slechtere waterkwaliteit en kon de tijgervlokreeft de zoetwatervlokreeft grotendeels verdringen. De tijgervlokreeft stelt namelijk veel minder eisen stelt aan de waterkwaliteit dan de inheemse zoetwatervlokreeft. Dankzij maatregelen is de waterkwaliteit nu veel beter en krabbelt de inheemse zoetwatervlokreeft her en der en langzaam weer op.

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer

Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden. Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.