Zilveren jubilaris Jan Piet Leguijt kreeg van het personeel een gouden hamer.
Zilveren jubilaris Jan Piet Leguijt kreeg van het personeel een gouden hamer. (Foto: Dirk Karten)

‘Ik ben erin gerold van vader op zoon’

KROMMENIE – Jan Piet Leguijt geeft het toe, zelfs op vakantie kan hij het niet laten bij bijzondere gebouwen even op de muur te kloppen om de kwaliteit van de bouw te controleren. Gevalletje beroepsdeformatie… Maar wat wil je ook met een historie van zeven generaties ‘in de bouw’.  De historie van zijn bouwbedrijf Leguijt, al meer dan tweehonderd jaar te vinden aan het Weiver in Krommenie, bereikte een nieuwe mijlpaal. Het was op 1 januari jongsleden precies 25 jaar terug dat Jan Piet Leguijt – inmiddels zelf 52 jaar -  het bedrijf overnam van zijn vader.

Gouden hamer voor zilveren jubilaris Jan Piet Leguijt

Vanwege corona was er nog geen passende gelegenheid geweest om het zilveren jubileum te vieren. “Tijdens de recent gehouden barbecue lukte het wel en hebben wij Jan Piet een gouden hamer gegeven”, vertelt José Overeem-Kuurman namens het personeel. De hamer heeft een toepasselijk plekje gevonden op de schouw in de kantine bij de fotoserie van de voorgangers van de jubilaris. Streng kijkt grondlegger Pieter Leguijt in de lens van de fotograaf. Hij kocht 7 februari 1799 (!) het huis met werkplaats op het Weiver en begon zo het bouwbedrijf dat onlosmakelijk aan Krommenie is verbonden.

Zeven generaties

Inmiddels is het familiebedrijf zeven generaties verder en dient de achtste zich voorzichtig aan. “Onze oudste zoon Casper en middelste zoon Coen hebben als vakantiebijbaantje meegeholpen, maar of ze beide echt de opvolgers zijn laten we vrij”, vertelt Jan Piet. Die toevoegt: “je hoopt het natuurlijk wel… Coen vond het dusdanig leuk dat hij in zijn werkkleding bleef rondlopen, maar van dwang is echt geen sprake. Dat was ook het geval bij mij. Ik ben erin gerold. Ik hielp als kind op mijn manier mee met mijn vader. Bijvoorbeeld met het opruimen van de werkplaats. Vanaf mijn zestiende werd het serieus en ben ik gaan werken. In de avond ging ik dan naar school om mijn vakdiploma’s te halen.”

Op z’n 28e nam Jan Piet de zaak van zijn vader over. “Hij was toen 56 jaar maar had een zwakke gezondheid. Pa was eigenlijk liever beroepsmuzikant geworden. Ik nam de timmerklussen van hem over, hij deed de boekhouding. Tot hij in 2001 echt goed ziek werd en ook niet meer beter werd. Zijn passie voor het vak: met elkaar wat moois maken.”  

“Ik ben opgegroeid met het besef ‘we blijven niet op de bank luieren maar moeten wel wat zinnigs doen’. Het timmerwerk kan best zwaar zijn, maar ik hou van de mix van bouwen, organiseren en calculeren. Al bestonden offertes vroeger uit twee A4-tjes die aan één zijde waren beschreven. Nu zijn het dossiers van minimaal acht pagina’s die vijf, zes keer worden aangepast voordat we kunnen beginnen. Er wordt steeds meer van je geëist. Er gaat steeds meer tijd in de organisatie zitten. Gelukkig kreeg ik in het begin op dit gebied ook hulp van mijn zus Marjolein die, naast haar eigen werk overdag, bijsprong. Nu heb ik goede collega’s zoals Peter Dresselhuizen (werkvoorbereider/uitvoerder) en José Overeem-Kuurman (officemanager).”

Mooiste klus

De mooiste klus: de renovatie en het onderhoud aan het Provinciehuis in Haarlem. “De ‘gouden’ kranen (het is koper) en het marmer van de toiletten hebben wij onder meer onder handen gehad”, zegt Jan Piet trots. Het onderhoud aan de gevel bezorgde hem wel spannende momenten. “We waren in Amsterdam aan het werk toen er een windhoos kwam. Maar tegen de gevel van het Provinciehuis stond onze 25 meter steiger! Die hing op een gegeven moment los. Terwijl wij op het dak waren geklommen om hem te zekeren kijk ik naar beneden en zie een auto van SBS6 langsrijden. Ik dacht ‘als de steiger nu omvalt, halen we het journaal’, lacht Jan Piet.

Het bouwbedrijf kijkt, ondanks corona en beperkingen als stikstofvrij bouwen, de toekomst zonnig tegemoet. De orderportefeuille is goed gevuld door stabiele opdrachtgevers als de Provincie Noord-Holland maar ook particulieren. “Het enige wat ik nooit zou willen bouwen is een gebouw als die van de gemeente Wormer; ‘organische bouw’.  Een tijdrovend drama wat je nooit goed kunt inschatten. Alles moet je apart opmeten en maken.”

Voor andere bouwklussen zoals aan- en opbouwen, dakkapellen of woningonderhoud, is Leguijt wel het juiste adres. Zie daarvoor www.jpleguijt.nl

Het Provinciehuis in Haarlem in de steigers die bijna omvielen door een windhoos.