Afbeelding
Richard van Alphen. (Foto: aangeleverd)

“Prachtig om hier deel van te zijn”

PURMEREND - Richard van Alphen is oud-bestuurslid en ambassadeur van het Inloophuis Wij | Allemaal. Hieronder vertelt hij waarom.

“Wij kwamen als nieuw bestuur in beeld toen het inloophuis al stond, maar bijna ter ziele was. Gezocht werd naar een nieuw bestuur dat verschillende disciplines in zich had, zoals iemand met een medische achtergrond, een accountant, mensen uit het bedrijfsleven met een groot netwerk, en natuurlijk een ‘gezicht’. We begonnen met bijna niets, maar onze instelling was: de schouders eronder. We gaven het een klein jaar en zouden dan kijken hoe we ervoor stonden, en of het levensvatbaar was.”


“Die schouders eronder kostte geen enkele moeite, want wij vonden het allemaal een ongelooflijk goede instelling. Voor mensen met kanker is er tijdens en na hun behandeling geen enkele nazorg, zij kunnen nergens terecht. Terwijl daar ontzettende behoefte aan is. Na dat eerste jaar hadden we al aardig wat bereikt, het was zeker levensvatbaar.”


“Het inloophuis is volledig afhankelijk van de ondersteuning door derden, er zijn geen subsidies voor. Het wordt dus door donateurs en zo’n tachtig vrijwilligers in stand gehouden. Allemaal mensen die kankerpatiënten en hun naasten willen ondersteunen, en hen een heel warm hart toedragen. Gelukkig ook veel bedrijven, daar zetten wij ons netwerk voor in.”


“Dat wij als ex-bestuurders via het ambassadeursschap nog steeds verbonden zijn zegt wel iets. Ook dat we ons er nu voor uitspreken. We hebben nooit op de voorgrond willen staan, het gaat om de gasten, het gaat om de programma’s die het inloophuis hen biedt. Daar gaat ook alles wat binnen komt naar toe. We willen zo min mogelijk kosten maken, op allerlei manieren.”

"Het fundament van Wij | Allemaal staat nu goed. In principe zouden we ook meer gasten kunnen ontvangen. Daarom willen we de bekendheid vergroten, ook om meer vrijwilligers te interesseren voor dit mooie werk. Er zijn nog steeds mensen die het inloophuis niet kennen. Het mag wat meer gezicht krijgen, en naar voren worden gehaald in de samenleving. Want het is prachtig om hier onderdeel van te zijn en op deze wijze iets te doen voor een ander.”