Op reis...
Wijze: Maria die soude
Door Albert Laan uit Bovenkarspel
Maria was zwanger van Jezus, Gods zoon.
Zij liep op alle dagen.
Zij moest op reis naar Bethlehem,
haar Nazarethhuis verlaten.
Maria zocht doekjes en voedsel bijeen,
en’n waterzak met water
om voorbereid op reis(˜145km) te gaan:
Een reis van vier á vijf dagen.
Doodmoe
Maria kwam doodmoe bij Bethlehem aan,
gezeten op een zadelding.
Zij was met Jozef meegegaan
vanwege de volkstelling.
Maria zei: "Jozef, ik ben toch zo moe.
Laten wij wat gaan rusten.
Laten wij zo ver niet meer gaan
en hier ergens uit gaan rusten."
Ze rusten een poosje en aten hun brood
en dronken melk en water;
strekten hun benen nog een keer,
vervolgden hun reis iets later.
Zij gingen en zagen een groter gebouw.
En Jozef zei: "Dat is het.
Dat is de herberg die ik zocht.
Daar slapen wij in een schoon bed."
De herberg was vol en de stal bijna leeg
Er waren een paar dieren
‘tIs hier waar Jezus geboren werd.
Dit feest dat wij nu nog vieren.
Feest dat wij nu nog vieren