Hope Rikkelman
Hope Rikkelman (Foto: RG-Fotografie)

Hope Rikkelman uit Hauwert heeft het niet van een vreemde

Algemeen

HAUWERT - Na zo’n 76 jaar na de Tweede Wereldoorlog zijn er steeds minder mensen die kunnen vertellen over hun ervaringen uit die tijd. Het onderwerp leeft echter nog wel bij de naoorlogse generaties, die nu zelf op zoek gaan naar de verhalen van hun vader, moeder, opa’s of oma’s. De zoektocht van de tweede en derde generaties naar deze verhalen is deels ook een ontdekkingsreis naar henzelf. Wie de geschiedenis van zijn (groot)ouders kent, kent tenslotte ook zijn eigen geschiedenis.

Hope Rikkelman (32) vertelt over de impact en overdracht van oorlogsherinneringen door de generaties heen. Ze woont op dit moment in Hauwert in de voormalig karakteristieke woning van haar opa Piet Rikkelman, een Tweede Wereldoorlog veteraan. “Mijn opa was, tijdens die oorlog, tolk bij het Schotse 7th Battalion of the Seaforth Highlanders. Hier weet ik helaas niet veel van. Dit wil ik graag gaan uitzoeken. Hij heeft na de oorlog ook als tolk gefungeerd bij een rechtbank in Hamburg.”

Dagboeken

De dagboeken van opa Piet zijn bewaard gebleven en ook veel van zijn oude spullen. Zo leert Hope steeds over zijn historie. “Mijn opa was ontzettend jong toen hij met Defensie in contact kwam, 19 jaar. Hij wilde hier aan bijdragen op de een of andere manier. Alhoewel hij deed alsof het er allemaal bijhoorde, denk ik dat hij ook een nare tijd meegemaakt heeft. Al was het ook een deel van zijn avontuur.”

In de jaren na de oorlogstijd van Piet Rikkelman speelde hij een belangrijke rol in het leven van Hope. “Hij was een vaderfiguur voor mij. Mijn vader is op jonge leeftijd overleden aan kanker en mijn opa nam eigenlijk heel natuurlijk die rol over. Ik was met hem echt twee handen op één buik. Vanaf kleins af aan al. We begrepen elkaar zonder maar één woord met elkaar te wisselen. Dat is toch wel heel bijzonder! Hij was mijn alles.”

Huis

Het verlies van haar opa op 92-jarige leeftijd was waarschijnlijk één van de moeilijkste momenten uit haar leven. Hij was haar stabiliteit, haar voorbeeld. “Ik ben enig kind en enig kleinkind. Dus alle spullen kwamen na zijn dood naar mij. Het huis, de dagboeken, de spullen. Het huis was net een museum.” Het duurde meer dan een jaar om de spullen in het huis uit te zoeken en op te ruimen. Uiteindelijk besloot Hope het huis te houden en er iets moois van te maken. “Het is een plek waar ik voor altijd wil blijven.”

Historie

Hope besloot na de dood van haar opa in zijn historie te duiken. Dit houdt haar nog elke dag bezig. “Voor mij is de zoektocht ook bedoelt zodat mensen weten wat er is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoe we als burger, als publiek of als Nederland omgaan met slachtoffers van oorlogsmisdrijven. Dat vind ik ook vanuit mijn eigen werk belangrijk.” Hope studeert rechten met een focus op internationaal strafrecht. De geschiedenis van haar opa heeft haar gevormd en heeft haar onder andere doen besluiten deze richting te kiezen.

“De verhalen uit zijn geschiedenis doen mij beseffen dat de oorlog iets is wat ik niet wil meemaken. Dat ik niet in zo’n wereld wil opgroeien en leven. En dat wij allen dit samen moet voorkomen. Dat het niet vergeten wordt is heel belangrijk. Niet alleen voor de mensen die zich direct ingezet hebben of directe slachtoffers. Maar ook voor ons, voor de toekomst.”

Onbevreesd

Hope denkt dat de tijd in de oorlog van haar opa een stoere man maakte. “Hij was namelijk erg trots en voor mij echt een man waar ik tegenop keek. Hij was enorm statig en dat kwam zeker door de dingen die hij had mee gemaakt. Hij was rechtdoorzee. Dingen moesten op een bepaald manier en niet anders. Ik denk dat ik die discipline van hem heb. Mijn interesse voor Defensie komt zeker van mijn opa. Daarom heb ik gesolliciteerd bij de 1 Civiel en Militair Interactiecommando.( 1CMI Commando) Het is een specialistische poule reservisten die worden ingezet voor hun civiele kennis en leggen in Nederland en missiegebieden contact met partijen buiten Defensie. Ik ben door naar de laatste ronde. Over een maand heb ik mijn laatste gesprek bij de advies Commissie Instroom op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Fingers crossed!”