Held

Vroeger had ik een hele stoere buurjongen. Op weg naar school zag hij ooit een baby in de sloot vallen, hij bedacht zich geen moment, dook het water in en redde de baby. Ik was supertrots op hem. Held!


Ik heb zelf ook wel eens bij iemand het leven mogen redden, maar dat heb ik me later pas gerealiseerd. Ik zat in de NZH-bus op een hete zomerse dag. De bus zat ramvol met strandgangers, en iemand had een flinke herdershond bij zich. Het meisje tegenover mij maakte contact met de hond en aaide hem. Op het moment dat ze er mee stopte zette hij zijn kaken in haar pols. Een fontein van bloed spoot omhoog. De passagiers sprongen in paniek op de banken om zover mogelijk bij de hond vandaan te blijven. Ik pakte een blouse die toevallig naast mij op de bank lag en draaide die strak om haar bovenarm. Ik knelde zo haar bloedbaan af, terwijl ik troostende woorden sprak en haar 100 kusjes gaf. De bus stopte, alle mensen vluchtten eruit, en ik bleef bij het meisje totdat de ambulance kwam. Held? Nee joh, ik schaamde me rot voor die kusjes, vanzelluf. Later die zomer kwam haar potige vriend langs op mijn werk. Ik was bang dat hij mij verrot ging slaan… maar ik kreeg een cadeautje.


Volgens mij zijn we allemaal helden, groot en klein. 

Alexander Smit, de bedreadlockte vrolijke opruimer van zwerfafval, iedere andere vrijwilliger, maar ook de eenling die tegen de stroom in durft te zwemmen, en zegt: tot hier en niet verder. Die als enige niet discrimineert of polariseert.

Wie de heldenschoen past trekke hem aan!