Afra Beemsterboer.
Afra Beemsterboer. (Foto: Marjolein Ansink)

Koekoek

Al wandelend ben ik altijd gespitst op ontmoetingen met vogels. Om ze te zien, en als ik mazzel ben, om een foto van ze te maken. Mijn cameraatje gaat altijd mee. Ik zie genoeg soorten. Ganzen in het land. Zwaluwen in de lucht. Eenden en meerkoeten in de sloot. Laatst een zwaan die zich midden op de weg stond te poetsen en die, geheel in overeenstemming met zijn bekende humeurigheid, passend naar me blies. Dit is maar een kleine greep. Er zitten veel meer vogelsoorten in het park. Neem nou de tjiftjaf. Met dat heerlijke riedeltje tjiftjaft hij je zo een goede bui in. Maar zie ik hem? Vergeet het maar.

Of de koekoek. Je hoort hem op kilometers afstand oefenen voor klok. Daar slaat-ie flink in door. Wat hebben we er nu aan om te horen dat het 64 uur is? Komt hij tevoorschijn? Nee hoor, hij opereert in het verborgene.

Die koekoek: ik heb moeite met die vogels. De mores die ze erop na houden. Dat heeft er toch niet van. Een beetje verleidelijk naar elkaar zitten te roepen: ‘koekoek, ik zit hier, hoor’ en ondertussen zit zij nestjes te beloeren. Nestjes van veel kleinere vogeltjes, want daar gaat mevrouw haar ei in leggen. Mevrouw broedt zelf niet. Daar heeft ze haar personeel voor. Uit dat koekoeksei komt meteen een moordenaar. Het is nog maar een kaal, blind flubberding als hij de andere eitjes het nest uitwerkt. En vreten! De pleegoudertjes kunnen het zowat niet aanslepen voor die indringer. Hij groeit als kool en stront is zijn dank. Mopperend op die koekoeken hoorde ik zijn roep steeds luider worden. Hij was heel dichtbij, maar het grasveld is zijn habitat niet. Was ik een beetje ‘koekoek’ of was de koekoek de weg kwijt? Zit die lummel op het meest wiebelige boomtopje, in het volle zicht! Ik laat meteen mijn zwaarwegende bezwaren los. Ik heb toch maar mooi een koekoek gezien. Zo dan!