Afbeelding
Ben Wansink

Nacht in ziekenhuis

Potjandokie, lieve lezer, wat ik nu weer meegemaakt heb! Ik krijg op een vrijdag mijn vier kleindochters een dagje op bezoek. Nou passen mijn vrouw en ik wel meer op, dus kun je ons best ervaren noemen. Mijn vrouw is dan overigens de groepsleidster, ik volg trouw bevelen, gooi een vieze luier weg, lig moeizaam op de grond met blokken te spelen en zing tophits als ‘Ik zag twee beren.' Maar die vrijdag ging het dus fout: ik bleek ineens niet meer geestelijk aanwezig te zijn en mijn oudste kleindochter, verstandig en slim, riep de buurvrouw. Natuurlijk werd 112 gebeld en ik herinner me de ziekenauto met loeiende sirene. Ik schijn onderzoeken gehad te hebben en lag even later op de afdeling neurologie voor één lange nacht. Wat ik daar mee gemaakt heb, is met geen pen te beschrijven! Gegil, geronk, stank, een continue hik en rennend verpleegkundig personeel. Ik had verpleger Paul nog om een slaappilletje gesmeekt, maar dat mocht niet. "We maken je ieder uur wakker om te kijken hoe het gaat!”, zei hij vastbesloten. Nou, die godganse nacht heb ik van minuut tot minuut gevolgd. Zaterdags mocht ik gelukkig naar huis, geradbraakt en in afwachting van onderzoeken. Werd aanvankelijk zelfs aan een herseninfarct gedacht, richtte de aandacht van de neurologe zich nu op een epileptische aanval. De onderzoeken bevestigen die diagnose, ik weet waar ik aan toe ben. Ga mezelf een beetje ontzien, luister naar wijze adviezen en mag drie maanden niet autorijden. Mooi is wel dat ik veel lieve aandacht en woorden kreeg en vooral veel bloemen: ieder mens vindt die aandacht toch fijn? Nu genoeg over mezelf, de reden van dit stukje is een andere. Wat heb ik die nacht in het ziekenhuis een bewondering gekregen voor het verplegend personeel! Keihard werkend, van hot naar her rennend, en nooit te beroerd om alles te doen wat nodig is om een patiënt te helpen! Topmensen met een gouden hart. Dank voor alle zorg die jullie geven!