Arnold en Hetty Bil voor de ingang van Le Talouch. "We zijn vanuit het niets begonnen."
Arnold en Hetty Bil voor de ingang van Le Talouch. "We zijn vanuit het niets begonnen." (Foto: Sander Bil)

Verliefd op avontuur in Frankrijk

Algemeen

LANGEDIJK – Van verpleegkundigen naar campingeigenaren: Arnold en Hetty Bil besloten in de jaren tachtig de gemeente Langedijk achter zich te laten om een nieuw avontuur aan te gaan in Zuid-Frankrijk. Voor vijftienduizend euro kochten ze een stuk grond van bijna drie hectare, waar ze hun eigen camping begonnen: Le Talouch. Het overwoekerde terrein is inmiddels omgetoverd tot een schitterend verblijf voor zon- en zeeliefhebbers. Dit jaar bestaat camping Le Talouch veertig jaar. Arnold: “Toen we aankwamen, spraken we nog geen woord Frans.”

Door Rosalie Buding

Arnold en Hetty komen allebei uit de zorgwereld, waar ze werkten als verplegers. Arnold werd opgeleid tot IC-verpleegkundige. Hij vertelt: ‘Ik wilde graag huisarts worden, maar ik ben twee keer uitgeloot. Dat zag ik als een signaal. We besloten het roer om te gooien en een eigen camping te beginnen. Ik ben gek op de bergen; daar wilde ik graag naartoe. Onze voorkeur was Oostenrijk of Zwitserland, maar dat was te duur. Uiteindelijk kozen we voor Frankrijk.” 


Het zwemparadijs van Le Talouch

Schot in de roos

Om hun droom te verwezenlijken bezocht het echtpaar potentiële campinglocaties. Op een gegeven moment kwamen ze op het terrein waar nu Le Talouch ligt. Het was een schot in de roos. “We werden verliefd op het heuvellandschap, de fluitende vogels en de vallei. Onze camping ligt tussen de Dordogne en de Pyreneeën, wat het een perfecte locatie maakt voor heerlijke wandelingen. Voor honderdduizend Franse Francken hebben we het terrein van bijna drie hectare grond gekocht. Dit is omgerekend zo’n vijftienduizend euro. Hier moest nog alles aan gebeuren. We waren gek op kamperen, maar een bedrijf runnen is natuurlijk een heel ander verhaal. Hoe pak je dat aan? Dit hebben we allemaal moeten leren. We zijn vanuit het niets begonnen. Om te kunnen investeren, hebben we ons huis verkocht en ons pensioen afgekocht.”

Piepklein

Om de zaken zo voorspoedig mogelijk te laten lopen, volgden Hetty en Arnold een managementcursus. Het runnen van de camping ging naar eigen zeggen met vallen en opstaan. “Na een jaar zagen we de bodem van onze portemonnee. De eerste jaren hebben we zuinig geleefd. In het begin woonden we in een tourcaravan. Piepklein, zo’n drie meter negentig. Een kippenhok! In het voorjaar van 1981 kochten we een mooie, ruime stacaravan. Dat was ook wel nodig met twee kinderen. Buiten het werk op de camping heb ik extra werkzaamheden aangenomen om bij te verdienen. In de jaren tachtig was het veel lastiger om reclame te maken, want we waren nog niet bekend bij het publiek.” 


Arnold en Hetty, samen met hun zoon en kleinkinderen

Levensgeluk

Deze moeizame start weerhield de Langedijkers er niet van om tóch door te zetten. Arnold: “Als je in een project gelooft, accepteer je heel veel. Toen we net begonnen, zeiden we tegen elkaar: ‘We gaan het vijf jaar doen. Als we het daarna zat zijn, gaan we terug naar Nederland.’ De ruimte, het avontuur en het levensgeluk beviel ons zo goed, dat we in Frankrijk zijn gebleven.” De taal was een andere hobbel op de weg. “Toen we aankwamen, spraken we nog geen woord Frans. Inmiddels kunnen we de taal lezen, spreken en schrijven. Vooral Hetty is er goed in. Ik heb af en toe nog wat hulp van mijn dochter nodig.”

Buitenglijbaan

De kracht van Le Talouch? Dat is de kwaliteit. “We houden de camping goed schoon. Dit hebben we meegekregen vanuit onze ervaring als verpleegkundigen. Kwaliteit hoeft niet altijd luxe te zijn. Onze camping is niet de grootste, maar wordt wel heel goed onderhouden. We renoveren regelmatig. In de winter doen we alle investeringen, zoals nieuwe airco’s en een nieuw toiletgebouw. Een mooi, groot zwembad is daarnaast een must. Onze buitenglijbaan is vijfenzestig meter lang. Je eindigt in een grote bak water. Kinderen vinden het prachtig.”


Het terras van Le Talouch

Corona gooide tijdelijk roet in het eten, maar inmiddels lopen de zaken weer bijna zoals vanouds. Eén keer per jaar gaat het stel twee weken terug naar Nederland. “Dan bezoeken we de vakantiebeurs en de campingboulevard. Het is erg leuk om familie te zien, maar we voelen ons er niet meer thuis. Alles is zo opgejut. ‘Opzij, maak plaats!’ In Frankrijk hebben we de ruimte. Binnenkort gaan we met pensioen, dan dragen we de zaken over aan onze zoon. We hebben de afgelopen veertig jaar ontzettend hard gewerkt; het is tijd voor meer rust en ontspanning.” Helemaal loslaten doen ze het niet. Arnold: “Ik zal nog steeds wandelingen maken met de toeristen. Het gras moet ook gemaaid worden. En de boekhouding, dat is toch een hoop papierwerk. Het is ons levensproject, dus we zullen er altijd mee verbonden zijn.”