Twee emmertjes water halen

Het schijnt dat vrouwen bij elke zwangerschap acht procent van hun hersenen verliezen. Wetenschappelijk bewijs heb ik hier nog niet voor kunnen vinden, maar het klinkt en voelt aannemelijk. Want als we onze genen, ons bloed en ons immuunsysteem aan onze baby’s doorgeven, waarom dan niet onze hersenen?

Dan nu de rekensom: vier kinderen keer acht procent .... dat is al tweeëndertig procent minder brein. Dat percentage in combinatie met een weduwebrein vraagt af en toe om moeilijkheden en vergeetachtigheid. Er zijn dagen waarop ik vermoeider dan normaal wakker wordt en dat is met geen koffie te verhelpen. Dat zijn dagen waarop het voelt alsof mijn hoofd vol zit en overloopt; mijn emmertje is dan vol. Vaak ook letterlijk, omdat mijn emoties op die dagen ook behoorlijk hoog zitten. Een lekker potje te janken op zo’n dag lucht meestal ontzettend op. Verder is er niets aan te doen en kan ik slechts afwachten tot die watten vanzelf weer oplossen en ik weer helder kan denken.


Het is vaak op dit soort dagen dat mijn kinderen meer van me nodig lijken te hebben dan normaal. Ik hoor dan de hele dag niets anders dan ‘mamamamamamamama’. Wat precies de vraag is registreer ik na het eerste mama-deel vaak al niet meer. Ik ben namelijk ook nog gewoon bezig met de normale dagelijkse dingen, zoals broodjes smeren, billen vegen en boekjes lezen.


In huishouden Kirunda staat er per week minstens vijf schommels was te draaien met minstens vijfendertig onderbroeken, zeventig sokken en nog heel veel andere kleine kledingstukjes. De tafel wordt eenentwintig keer gedekt, er worden vijftien broodtrommels gevuld, honderd nageltjes geknipt. En nu Patrick zijn haar wil laten groeien heb ik één extra krullenbol te kammen in de ochtend. Ik snap best dat mijn emmertje soms overloopt.


Gelukkig kan het zo zijn dat ik de volgende dag met emmertjes water loop te sjouwen. En ze leegkiep in het zwembadje in de tuin. Daarna ga ik op het bankje zitten met een kop groene thee en doe ik niets anders dan naar mijn kinderen kijken. Dat zijn de momenten dat ik het leven accepteer en in mijn hoofd samen trots ben met mijn man. Dan héb ik maar minder hersencapaciteit, ik heb tenminste nog wel het vermogen om te kunnen genieten van wat ik heb.