Tom van Rossum.
Tom van Rossum. (Foto: Aangeleverd)

Handen thuis!

26 dagen geleden, ergens in een woning… ‘Waar ga je heen? De avondklok, stommerd, je mag niet weg.’ ‘Kan me niks bommen. Het interesseert jou toch geen fuck wat ik uitspook.’


‘Als je een bekeuring krijgt hoef je niet bij mij uit te komen janken!’ ‘Alsof ik ooit bij jou zou komen janken. Dan nog liever bij de buurman.’


‘Laat hem maar Cor, ik heb geen zin in weer een avond vol herrie.’


Via ‘Snapchat’ was Koos benaderd om vanavond gezellig naar het centrum te komen. De sportschool is dicht, dus dan maar op een andere manier mijn energie kwijt, bedacht Koos. Thuis is hij het helemaal zat. Hij had nog wat ongebruikt knalvuurwerk, dat kan hij mooi nog afschieten.

Ter plekke aangekomen schrikt hij zich rot. Overal politie.

Ter plekke aangekomen schrikt hij zich rot. Overal politie. ‘Hier, jij ook een steen,’ brult iemand tegen hem. ‘Goed mikken naar die smeris daar!’ Stenen gooien of dingen vernielen is eigenlijk niet zijn ding. Maar nu voelt hij zich meegezogen worden. Dus toch maar zijn steentje bijdragen. Hij is hier tenslotte niet voor niks.


Drie dagen later in Opsporing Verzocht. ‘Krijg nou wat. Je wordt gezocht, idiote halve gare. Doe de gordijnen dicht, snel! Hoe haal je het in je stomme harses om precies voor een camera te gaan poseren. En nog met een steen in je hand ook. Uilskuiken! Je bent nog stommer dan ik dacht. Ze moeten je handen er afhakken. Of je voor eeuwig muilkorven!’


‘Cor, rustig nou maar', vermaant zijn vrouw. ‘Jij was vroeger ook geen lekkertje. Die arme jongen zit nu met zijn handen in het haar. Je hebt gelijk. Hij had die handen van hem beter thuis kunnen houden of in zijn zakken doen. Maar jouw handen, Cor, die bleven altijd keurig netjes thuis. Hebben die ooit eens jouw zoon aangeraakt, behalve dan voor een pak slaag?'

©Tom van Rossum