Witte anjers en een bankje nodigen uit in Oranjeplantsoen Bergen
AlgemeenBERGEN - Er staat al een zilverblinkend kunstwerk bij de vijver in het plantsoen aan de Bergense Koninginneweg, aan de rand van de Oranjebuurt. Nu is het gebiedje verrijkt met een vlaggenmast, een bankje en een perk met witte anjers. Commissaris van de Koning Arthur van Dijk, waarnemend burgemeester Peter Rehwinkel en kinderburgemeester Thomas Meereboer stelden zaterdag 26 juni de plek open in het kader van de Landelijke Veteranendag. Op de achtergrond stonden witte Unifil-legervoertuigen opgesteld als een indrukwekkend decor.
DOOR: ED BAUSCH
Burgemeester Rehwinkel: “Meer dan waard”
De Commissaris was eerder die ochtend in Heiloo, om ook daar een ‘anjerperk’ te openen. Daarmee heeft Noord-Holland nu vijf plekken waar iedereen kan zitten, ontmoeten en stilstaan bij de mannen en vrouwen die in oorlogstijd of als deelnemer aan een vredesmissie namens ons land probeerden bij te dragen aan wereldvrede. “Nooit moeten we vergeten dat voor onze vrijheid is en wordt gestreden”, zei de Commissaris. In het plantsoen kun je nu ook gewoon even wat mijmeren in de grote ruimte, want daartoe nodigt het bankje zeker ook uit. Burgemeester Rehwinkel: “Ruim 40.000 van de Nederlandse veteranen zijn jonger dan veertig jaar. Sommigen gaven hun leven voor onze vrijheid toen en evengoed nu, als we bijdragen aan het strijden voor vrede ergens in de wereld. Al die veteranen zijn onze gedachten meer dan waard.”
Arm om kinderburgemeester
Hij had zijn arm geslagen om Thomas Meereboer, de Bergense kinderburgemeester. Die besefte, hoe jong ook, de betekenis van de gebeurtenis in het plantsoen. Danny van der Sluijs, de voorzitter van het Veteranencomité van de Buch-gemeentes, was trots dat er nu In Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo zo’n perkje is. “Een prachtige verbinding, die ons als veteranen enorm goed doet.” De burgemeester vertelde uit eigen ervaring te weten hoe ingrijpend het bestaan van een veteraan door elkaar kan zijn geschud. “Dat verdient ons grootste respect. Hoe verder weg in de tijd, hoe dichter bij we het verleden bij ons moeten houden.” Toen de vlag in top was gehesen riep een van de veteranen het ‘Geeft groet’ en stond het hele gezelschap in een houding van respect.
