Afbeelding
(Foto: )

Inspiratie versus transpiratie

Mijn jongste dochter en haar vriendinnen hadden het over een potloodventer, en wat dat dan was. Letterlijk gaat het om iemand die schrijfgerei probeert te verkopen, maar dat is toch niet de betekenis die er meestal aan gegeven wordt. En een exhibitionist is iemand die iets tentoonstelt. Schilderijen, vazen, Tonka-autootjes, Heilooër ansichten of zo. In het dagelijks leven gebruiken we al regelmatig beeldspraak, maar voor een schrijver is echt essentieel om metaforen te vinden: de woorden achter de woorden. Het schrijven van een stukje voor deze krant en het schrijven van poëzie begint bij mij vaak hetzelfde: ik ga zitten achter mijn ouderwetse PC. En dan begin ik. Als een dolle. Woorden en zinnen rollen uit mijn hoofd, de samenhang is nog ver te zoeken. Maar als ik dan mijn geestelijke emmertje heb leeggegooid, dan heb ik IETS. En vanuit dat iets, een soort klei, begin ik te kneden. Eerst de spelfouten eruit, dan schrappen, groeperen, aanvullen en parafraseren. Inspiratie versus transpiratie. Zo langzamerhand komt er een rode draad tevoorschijn, die ik dan vaak in de titel laat terugkomen – maar ook niet altijd, want soms geef ik dan te veel weg. Bijvoorbeeld: ik beschrijf een huis met zandzakken voor de deur. Als de titel ‘overstroming’ is, geeft dat een andere lading mee dan ‘smartlappenfestival’. Snappu?

Tijd voor een gedicht.

Zij hield dat bord omhoog / Tot net bij haar gezicht / “Deze?’, vroeg zij / “Of deze?”

Hij gaf een leeg antwoord / En bedacht dat Ikea / Slechts een letter verschilt van “Ik ga”

De titel is ‘Bord voor je kop'. Of ‘UIT'. Welke zou u kiezen?