Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Septembergastcolumn Duinstichting

REGIO - De septembergastcolumn van de Duinstichting staat in het teken van Rob Bijlsma (1955). Rob is getogen op de Veluwe, in de buurt van Ede en Wageningen, waar hij op zijn tiende begon met vogelen. Zijn eerste verrekijker kocht hij in 1970 voor 88 gulden. Na verlaten middelbare school, tot vandaag de dag, zonder onderbreking bezig met vogelonderzoek. Waar kan dat anders dan in Nederland? Verder autodidact en veelschrijver met zwak voor alles wat leeft. Schreef onder meer: Ecologische atlas van de Nederlandse roofvogels (1993), Handleiding veldonderzoek Roofvogels (1997). 

Het bos als ongewenst product

Bos is schaars

‘Als bosbewoner leef ik in een vreemde wereld. Om te beginnen, in Nederland, waar bos sowieso een schaars goed is. Er is in ons landje geen bos waar ik, bij wijze van spreken, met een beetje meewind niet overheen kan spugen. Dat kleine beetje bos wordt ook nog eens tot op het bot uitgevreten door houtboeren, natuurboeren en recreatieboeren. Waar elk buitenland wel zijn eigen Hubbard Brook, Borkener Paradies, Suserup Skov, Wytham Wood, Bialowieza NP of Øvre Pasvik koestert en langdurig volgt, minieme snippertjes, maar toch, heeft de goegemeente in Nederland besloten dat bos een achterbakse bende is. 


En omdat er in ons land jaarlijks honderden nep-ecologen van de lopende band rollen, allemaal op zoek naar een baantje, is het niet moeilijk om een sprekende pop te vinden die braaf aan de buitenwereld verkondigt dat bos moet plaatsmaken voor…, maakt niet uit wat, als het maar geen bos is. Dat noem je vervolgens ‘vergroting van de biodiversiteit’ of iets anders, wederom: maakt niet uit wat. Deze handpoppen komen overal mee weg omdat ze geen onderzoek doen (en dus ook niet publiceren), andermans resultaten van onderzoek niet lezen en hun vlaggetje laten wapperen naargelang de heersende mode.

Als bosbewoner leef ik in een vreemde wereld

Die mode wordt tegenwoordig deels gedecreteerd door onzin vervat in de papierberg Natura 2000 (die op zijn beurt weer op allerlei andere onzinnige papierbergen is gestapeld). En dát wordt weer bepaald door geld, zowel in de vorm van binnen harken als wegzetten. Het is werkelijk verbazingwekkend om te zien met welk een hartstocht zogenaamde biologen Natura 2000 en aanverwante evangelies omarmen. Je zou het een werkverschaffingsproject voor minvermogenden kunnen noemen, gesubsidieerd cynisme. Zonder kennis van zaken, maar wel omgeven door een muur van regeltjes en sub-regeltjes (en hoe fijn is dat, je weet precies waar je aan toe bent), is de nieuwe beheerder bezig de natuur op te ruimen en te herinrichten. Bos in de eerste plaats, want laten we wel wezen: niemand kan toch ontkennen dat het op geniepige wijze veel betere natuur haar rechtmatige plaats ontneemt, dat het kostbaar water verdampt, en bovenal, dat het saai is, verpletterend saai. Ziedaar het voordeel als je niets weet, geen wetenschap raadpleegt en zelf niet in het veld komt anders dan per 4x4 om een gedeputeerde rond te rijden om die met wat dooddoeners en grote grazers een leuk uitje te bezorgen.


Hoe anders ziet de wereld van de veldman cum wetenschapper eruit. Die investeert in langdurig onderzoek in het veld, zit eindeloos lang achter microscoop of bureau om de verzamelde mossen/paddenstoelen/diatomeeën te determineren en veldkaartjes uit te werken. De veldman beseft dat hij slechts een miniem stukje van de lokale wereld in cijfers heeft vervat (en dat dat terughoudendheid predikt waar het Grote Uitspraken aangaat). En hij snapt het belang van publiceren in publieke domeinen, opdat andere mensen er kennis van kunnen nemen en op wetenschappelijke waarde kunnen schatten. Dan blijkt het saaie naaldbos opeens een rijke mycoflora te hebben, zoals Peter-Jan Keizer voor de Schoorlse Duinen aantoonde (Coolia 64: 143-166), of een complexe fauna compleet met toppredatoren, of een veelheid van niches waar een duinvallei of heideveld zelfs niet bij benadering aan kan tippen, al was het maar omdat het in bossen om een driedimensionaal ecosysteem gaat. Waar het bodemleven zó rijk is, dat je wel heel stupide moet zijn om dat om zeep te laten helpen.

Natuur hoeft niet te worden beheerd

Maar er is hoop. Tegen de tijd dat wij de madeliefjes omhoog duwen, is de boskapmode al lang vervangen door een andere mode, en díé zal op zijn beurt worden achterhaald door een volgende mode. En dat zo tot sint juttemis. En raad eens… het schimmel-, planten- en dierenrijk gaat zijn eigen gang, ongeacht wat mensen willen of vinden. 


De levende have heeft honderd en één manieren om zich staande te houden, ongeacht wat die omhooggevallen primaten ervan vinden. We dénken misschien wel dat we de wereld in de houtgreep hebben, maar dat is een illusie. Wij zelf zijn de slaven van archaea, bacteriën, virussen en schimmels. En dat is maar goed ook. Op de evolutionaire tijdschaal is er dus niets aan de hand. En op de zeer korte termijn, zeg een mensenleven? Gewoon de geldkraan naar natuurbeheer dichtdraaien. Natuur hoeft niet te worden beheerd.’

Lees de septembergastcolumn die Rob Bijlsma voor de Duinstichting schreef na op www.schoorlsebosmoetblijven.nl en www.duinstichting.nl