Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Tuinieren is veelzijdig

Er valt naar mijn mening veel te genieten. Van het doen, het kijken, het plukken en het oogsten.

Vorige week schreef ik over een professioneel ontworpen en aangelegde tuin. Een tuinbezoek met een heel ander karakter is het onderling tuinen kijken met de tuinclubs van KMTP/Groei & Bloei. Diverse clubs zijn er actief, leden kijken onderling bij elkaar in de tuin, wisselen dan informatie en soms ook planten uit. 


Er wordt gekeken naar wat er op dat moment bloeit en wat er nog komt of al heeft gebloeid. Ook naar de structuur in de tuin, de verschillen zijn enorm. Met veel vaste planten of met veel één jarigen, met veel struiken en bomen of juist het ontbreken ervan. Welke keuze maak jij voor je tuin? Omzoom je een tuin met blijvend groen of kies je voor een open structuur? Het maakt nogal een verschil of jij je blik verder weg wilt richten of alleen beschut en vrij wilt zitten.

'Geleende landschap'

Ook het “geleende landschap” speelt een rol. Of je in de bebouwde kom woont of naast weiland, sloot of vijver. Met mooie doorkijkjes daarnaartoe beleef je nog veel meer ruimte. Als we eens naar de historische context kijken bijvoorbeeld dan is er vaak een verklaring waarom er een keuze is gemaakt. Bij boerderijen werd vroeger altijd een windsingel aangelegd om wat meer beschutting te geven tegen de wind in het open landschap. Zo open als destijds is het al lang net meer om ons heen. Grote landerijen verdwijnen in de randstad uit beeld, veelal om plaats te maken voor bebouwing of nieuwe natuur. Daarmee is ook het nut van de windsingel afgenomen. Vaak wordt er nu juist voor openingen gekozen om de blik verder te laten glijden vanuit de tuin. Ook als je wel een soort van afscheiding wenst is het goed deze meer open te kiezen, dat werkt ruimtelijker.


Je betrekt bijvoorbeeld de achter je tuin gelegen groenstrook optisch bij je tuin door een laag hek of rasterwerk te kiezen. En laat dan vooral stukjes aan de onderkant open voor een vrij verkeer van egels. Die helpen dan bij het bestrijden van te veel slakken. De win/win waarnaar we altijd op zoek kunnen blijven. In de jaren tachtig van de vorige eeuw zag je veel Leylandii hagen aangeplant worden, een coniferen soort. Deze werden als hagen aangeplant en strak geschoren. Zoals met zoveel monocultuur werden zij op een zeker moment getroffen door ziektes, ze verdwenen net zo rap uit beeld als dat ze gekomen waren. Nu zijn het hagen van beuken die veel worden toegepast. Het is goed om in de tuin te kiezen voor veel soorten dan blijven plagen eerder uit. Variatie blijft een sleutelwoord en dat komt mooi uit bij de enorme keuze aan bomen, struiken en planten waaruit we kunnen kiezen.


Tot volgende week.




Viridis