Badkamer

Heeft u zich wel eens gerealiseerd hoeveel levenstijd u doorbrengt in uw badkamer? Nee? Nou, ik ook niet. Tot vandaag. Ik had een helder moment (want de ramen waren net gewassen) en besefte dat ik er elke dag toch een substantieel deel van mijn levensduur verpoos. Nu heb ik de mazzel dat ik een exquise badkamer heb, met een tweepersoonsbad, een stortdouche, een handdouche, openslaande tuindeuren en een prachtige ruige afwerking met grijs cement en oud hout. Een zwarte Boeddha houdt de wacht vanuit een nisje dat ooit het raam vanuit de keuken was. Achter de houten schuifdeuren heerst een oase van rust met zacht licht, Oosterse vibes en een enorme boomstronk onder de natuurstenen wasbak. Een geliefde plek voor fotografen. Niks is wit, en er is geen tegel te bekennen. In mijn jeugd in Heiloo was dat wel anders. Volgens mij had iedereen links en rechts van de spoorlijn dezelfde badkamer: tegels, tegels, een bad/bidet/tobbe en nog meer tegels. Praktisch, wit of vergeeld wit en destijds hippe kleuren als bruin, oranje en blauw/groen. Met een pisstraaltje uit de te korte doucheslang. Maar ook: heel veel liefde, door je moeder drooggewreven, afdouchen na een stranddag, spartelend in bad, huilend de haartjes laten wassen met zeep in ogen, tandenpoets- en flosscursussen. Misselijk voor de wc-pot, op je knieën. De galmende akoestiek, die uitnodigt tot gillen en zingen. De flesjes en potjes van je huisgenoten. Bij de een keurig netjes opgesteld, bij de ander verzuipend in de rommel. Nu de kerken leger en leger worden, is de badkamer dè plek voor contemplatie geworden. ‘Toon mij uw badkamer, en ik zeg u wie u bent!’