Afbeelding

Columnist Herman vindt er wat van

Algemeen

SintreSintreMaarten

In Heiloo-West was Sint Maarten een echt kinderfeest. De voorpret van het lampionmaken, het afspreken met mijn vriendjes waar we gingen lopen, het uitwisselen van tips over waar je veel of anders kreeg. 

En dan thuis de oogst omkieperen op een krant. Altijd meer dan je dacht. Je grote broer die jouw snoep onder je ogen vandaan jat. Je ouders die alles netjes in de trommeltjes en blikjes doen om er nog lang van te genieten.

De Nieuwe Hoeve, groep 8. Ineens werkte mijn lengte tegen: “Jij krijgt niets, je bent te oud.” Verontwaardiging. Omgezet in actie: ik maakte een eigen tekst op ‘Hoedje van papier’: 1 2 3 4 / daar zijn we weer, daar zijn we weer / 1 2 3 4 geef ons maar een peer / ook al zijn we wel wat oud / we willen het niet missen, voor geen goud / 1 2 gauw gauw gauw / dan gaan we weer mevrouw (of als er een mannelijke deuropener was: 1 2 3 4 / dan gaan we weer meneer).

Op latere leeftijd had ik een allerliefst buurjongetje genaamd Maarten, die zijn eerste 11 november ging vieren. Met hem in mijn gedachten dichtte ik het volgende: “Maarten liep met een lampion / Naar zijn snoep te speuren / 11 november was de dag / Hij ging langs alle deuren / De mensen vonden hem grappig / En gaven hem snoep / Uit dank ging Maarten zingen / En hij werd Sint van beroep.”

Als muziekdocent heb ik er vanzelfsprekend een liedje van gemaakt. Het zou zo maar kunnen, dat u dát op 11 november ineens aan uw deur hoort!