Nieuws uit de natuur
HOLLANDS KROON - Het is midden mei en afgelopen zondag zowaar een zomerse Moederdag beleefd die de natuur een boost geeft waardoor het groen van boom en plant zich sneller ontplooit.
Expansie Grote Zilverreiger neemt nog steeds toe
Ook de nachtegaal is massaal binnengekomen. Dat gebeurt nachts. De mannetjes zingen alsof hun leven ervan afhangt, en misschien is dat ook wel zo. De vrouwtjes komen een paar dagen later en reageren op de nachtelijke zang. Op de fiets langs Nederlands langste camping De Lepelaar (Sint Maartenszee) in het duin hoorde ik acht nachtegalen zingen! Dat vormt een mooi bruggetje naar twee grote, witte vogels in het N.H.-landschap de Grote Zilverreiger en de Lepelaar. De Blauwe reiger kennen we allemaal, en waarom zijn neefje nu niet gewoon witte reiger genoemd kan worden weet ik ook niet. Deze exotisch aandoende vogel kon je vroeger alleen te zien krijgen in de N.P. Neusiedler See (Oostenrijk) of de Camargue (Zuid-Frankrijk).
Forse uitbreiding
Feit is dat sinds de jaren tachtig een forse uitbreiding richting het westen heeft plaats gevonden toen de aantallen daar toenamen. Ze broeden in kolonies onder andere in de Oostvaardersplassen en mogelijk ook al in het Zwanewater. De expansie neemt nog steeds toe. Er broeden nu bijna 500 paar in Nederland en in de winter zien we vanuit de Oostbloklanden ook wintergasten deze kant op komen zodat we er dan bijna tienduizend hebben! De andere witte verschijning is de Lepelaar die het prima doet op de Waddeneilanden, maar wat minder goed in het Zwanewater waar altijd een kolonie zat op het Bokkeneiland. Die is er niet meer en dan komt door predatiedruk (vos) en concurrentie door de Aalscholvers die daar ook broeden.
Stevige broedpopulatie
Overigens is er een stevige broedpopulatie van omstreeks 2500 paar in ons land en steeds meer proberen ze hier te overwinteren. In zachte winters gaat dat goed, maar ze hebben natuurlijk open water nodig. In strengere winters gaat het mis. Het is een tastjager, gevoelige brede snavel, terwijl de reigers zichtjagers zijn. Beide redden zich prima in ons polderlandschap. Ze kunnen overal opduiken op zoek naar vis. De Lepelaar neemt de kleintjes (bijv. stekelbaarsjes) en de Grote Zilverreiger kan wel een snoek aan van 40 cm. Zo heeft de natuur dat weer mooi geregeld: geen voedsel concurrentie!
Was getekend, Otte W. Zijlstra ow.zijlstra@quicknet.nl
