Afra Beemsterboer.
Afra Beemsterboer. (Foto: Marjolein Ansink)

Misgegrepen

Dat is leuk om een column over te schrijven, dacht ik, toen ik er voorbij liep. Ik genoot van die jongens die daar zo heerlijk aan het klooien waren. Geen pen of papier bij me, geen telefoon om iets in te spreken. 

Dan de volgende dag maar terug. Bij wat ik had gezien maakte ik al een beeld en een verhaal. Van hoe de moeder van die jonge jongens had geroepen: ga een tijdje naar je eiland! Waarschijnlijk omdat de mannen zich stierlijk lagen te vervelen in die eindeloos lange zomervakantie. Je kunt je beter uit de voeten maken als zoiets wordt geroepen. 

Dat deden die jongens inderdaad. Ze namen het letterlijk. Ze vonden een eiland. En berkenstammetjes. Terstond was de landerigheid verdwenen en omgezet in noeste werklust. Met een van huis meegebrachte zaag en duimstok werden de stammetjes op maat gezaagd. Twee lange en zeven korte: de stijlen en sporten van een ladder. De mannen maakten hun eigen vehikel om op het eiland te komen, bij gebrek aan een boot. Met lange, handige, van vader geleende spijkers. Misschien hadden ze wel de accuboor meegekregen van een ouder, om enorme schroeven in de boomstammetjes te draaien. Ik wilde vragen hoe ze op dat idee gekomen waren. 

Wat waren ze eigenlijk op het eilandje in elkaar aan het timmeren? Hadden ze gereedschap geleend van hun vaders? Of zelf gekocht? 

Ik wilde naar hun leeftijd vragen. Die jeugdige bevlogenheid vind ik mooi om te zien, hoewel het toch door mijn hoofd ging of het wel mocht wat ze daar deden en of hun ouders het wel wisten. Daags daarna kwam ik terug met een notitieboek en pen om de mannen die zo'n twaalf tot veertien jaar waren te bevragen. Mijn vragen had ik alvast genoteerd. Wat ik aantrof was een half afgemaakt, in de steek gelaten bouwsel. De jonge timmermannen waren spoorloos verdwenen.

Afbeelding