Mijn & Dijn

In mijn jeugd had ik een ‘autoped’, een grote step. Ik mocht ermee op het pleintje in Termeijen steppen. Cool. Maar hij mocht niet mee naar mijn school in Boekenstein. Balen.

En toen ik na lang zeuren mijn zin kreeg, vergat ik hem mee terug te nemen. Gejat. Drama.

Tijdens een poëziecursus in de Heilooër bieb dichtte ik: ‘In mijn herinnering / was zij mooier dan de Gouden Koets / Een pronkstuk in de schuur / Oranje met rem en stuur / Mag ik haar mee? / Het antwoord was: nee.

In mijn herinnering / vroeg ik het elke dag / Een mantra / Waarom het ineens wel mocht weet ik niet meer / maar het was een mooie schooldag / Zij glom van trots in het fietsenrek.

Daarna een stukje niks.

Lopend naar huis / Spelen in de tuin / En dan het besef / zij is nog op school! / In mijn herinnering / teruggerend / gezocht / verwonderd / koud verdriet / het eerste gemis.‘

Al drie jaar tuf ik rond op een helmloze snorfiets, die zo antiek lijkt dat niemand hem zou willen stelen. Dacht ik. Maar op een zomerochtend was hij foetsie.

Doortastend plaatste ik een aan de ‘lener’ geadresseerd vriendelijk oproepje op Facebook. Geloof het of niet: binnen 8 uur was de DropSnor gevonden en stond hij weer op mijn parkeerplaats. Aan de ketting, nu wel.

Dus als mijn puberdochters weer uren verspillen aan social media: toch fijn dat die platformen bestaan, er is ook positief gebruik van te maken.

En als ze 40 jaar eerder waren uitgevonden, had ik vast mijn autoped nog gehad. Snik.