Ben Wansink
Ben Wansink

IS HET GENOEG?

“Zo, mevrouw Bakker, leuk u eindelijk eens te kunnen spreken, u heeft het ook zo druk!” “Ja, meneer Wansink, het leven is jachten en jagen. Echt tot rust komt een mens zelden.”

“Ach, mevrouw Bakker, noemt u me maar Ben hoor. Ja, het leven is net een pijpkaneel, je zuigt eraan en krijgt je deel.” “Ook dat is waar, maar een kruik gaat net zo lang te water.” “Tot hij barst, inderdaad!

Maar zegt u eens, mevrouw Bakker, waar wilde u met mij over praten? U vroeg immers om een gesprek?” “Ja, ik wil het er met u graag over iets hebben. Iets wat mij al lange tijd dwars zit.” “Zegt u het maar, mevrouw Bakker, wat ligt er zo zwaar op de lever?” “Nou Ben, weet je, ik lees regelmatig je columns en ik vraag me al jaren af wat je ermee bedoelt, waarom schrijf je die onzin eigenlijk? Is het soms bladvulling, is er niets belangrijkers te melden? Je wauwelt alleen maar!” “Tsja, mevrouw Bakker, dat hoor ik oh zo vaak en geef diegenen altijd groot gelijk. Ik zie mijn bijdragen niet als bladvulling, eerder als een tekort aan aandacht, aan op willen vallen, aan de lezer tonen hoeveel ik mijn mars heb. Eigenlijk schrijf ik die columns uit frustratie, een jeugdcomplex of misschien verveling.”

“Nou, wat mij betreft mag je daarmee gelijk stoppen. Zoek een andere tijdsbesteding, Ben, waarmee je niemand lastig valt. Ik sla die Langedijker open en hup, daar zie ik je kop weer. Die foto trouwens strookt niet met de werkelijkheid, veel te rooskleurige voorstelling van zaken!” “Ook dat hoor ik meer, maar een foto zoals ik er nu uitzien jaagt lezers weg, zeker het vrouwelijke deel.”

“Daarover wilde ik dus met je praten Ben. Wellicht trek je hier je conclusies uit. Het leven is al moeilijk genoeg en dan jouw gedoe erbij maakt het allemaal nog gecompliceerder!” “Ik zal er over nadenken, mevrouw Bakker. Dank voor uw waardevolle mening!

Eh... durf ik nog?