Afbeelding
Reproductie: Rijksmuseum Amsterdam

Reizigers hartelijk welkom

Een dak boven ons hoofd. Hebben we dat? Allemaal? Te veel mensen hebben dat niet. Hoe komt dat? Is dát niet de vraag die we onszelf moeten stellen? Niet welkom zijn, moeten vluchten, geen huis hebben, zwerven als enige oplossing zien, maar… waar naar toe?

Het gebeurt allemaal. Als je geluk hebt kan je in Alkmaar nog een bed voor de nacht vinden in een opvangcentrum. Er is plaats voor 26 personen. En als er geen plaats meer is ? Op straat?. Dit wil toch niemand? Maar hoe anders? ‘Geld’ is denk ik, de enige ’voorlopige’ oplossing. Om die reden stond er hoogstwaarschijnlijk ook een offerblok in de Grote Kerk, onder het paneel De Zeven werken van Barmhartigheid (1504).


Die heer spreekt wilt my verstaen
Wat ghy den minsten doet wert my gedaen

De zorg voor armen, zieken en reizigers zonder verblijfplaats viel in 1504 onder de verantwoordelijkheid van de gasthuismeesters van het Heilige Geestgasthuis. Enkele aantekeningen en afrekeningen van het Heilige Geestgasthuis, geschreven tussen 1493 en 1506 zijn bewaard gebleven. Deze zijn aan ons overgeleverd door de achttiende-eeuwse afschriften van notaris Jan Croll. Hij noemt ook de namen van de vier gasthuismeesters,


Op het paneel zien we een man en een vrouw op de voorgrond reizigers en bedevaartgangers verwelkomen. Christus, in hun midden, overziet het gebeuren met tevredenheid.

Ook op de achtergrond, bij de stadspoort wijst een gasthuismeester vreemdelingen de weg naar het gasthuis.

De leus. Laten we wat meer naar elkaar omkijken is al eeuwenoud.


Swanetta Vegter, HVA