Afbeelding
Geert van Diepen

Bezoek

Zaterdagmiddag had ik in de rol van Goedheiligman, ergens in een Alkmaarse huiskamer, een fijn gesprekje met Luca, een neefje van zeven jaar. Het ventje zat in zijn Pietenpak vlak naast me op een poef en was volgens de informatie van mijn ‘Hoofdpiet' op school een rekenwondertje. Dat vroeg om een test, snel bedacht ik een maakbaar rekensommetje, zei met een lage plechtige stem, tien plus twaalf, waarop Luca - gelukkig -vrijwel meteen glunderend antwoordde: ‘ Tweeëntwintig'. Juichend applaus in de huiskamer, ondertussen speurde ik naar nieuwe gesprekstof - aangeleverd door mijn broer - in het opengeslagen boek op mijn schoot: Luca pakt uit zichzelf de stofzuiger als hij het in zijn slaapkamer een rommeltje vindt. Bijzonder kind, eerst maar eens een liedje. Eerder die dag was mijn rol als kindervriend gedenkwaardig begonnen: ik deed een gearrangeerd verrassingsbezoek in een straat verderop bij een oud collega. Nog maar kort geleden kreeg hij te horen een ernstige ziekte onder de leden te hebben. Opa inmiddels van drie kleinkinderen, die na zo'n jobstijding wel een hart onder de riem kon gebruiken. En daarna, om vrijwel dezelfde reden, een bezoekje op verzoek in het huis hiernaast. De schoondochter wachtte een zware ingreep in het ziekenhuis; haar Amerikaanse moeder was er speciaal voor overgekomen. ‘Times are not easy,' zei ik met basstem naar een mij onbekende vrouw in de gang bij de voordeur. ‘I have a little present for you.' Glimlachend nam ze het pakje (een chocoladeletter) aan en schoot toen vol. ‘Thank you.' ‘Zo, Luca, maak jij zelf je kamer schoon? Waarmee doe jij dat? Ja, heel goed, met een stofzuiger. Lief hoor, want zal ik je eens wat verklappen: zelf heeft Sinterklaas van jongs af aan een grote hekel aan dat lawaaiapparaat. Nou, beste knul, hier is je cadeau.' Zwaaiend nam ik even later afscheid.