Afra Beemsterboer.
Afra Beemsterboer.

Donker

’s Avonds om een uur of halftien ga ik naar huis. Mijn elektrische fiets komt met een piepje tot leven. ‘App je als thuis bent?’ vraagt mijn dochter. ‘Doe ik. Doei.’ 

Maar eerst nog een half uur fietsen. Via het Daalmeerpad kom ik in Sint Pancras. Ik rammel over de klinkertjes van de Benedenweg en de Kerkelaan, op het Witte Kerkje af. De verlichte klok komt boven de bomen uit..

Ik tel wintig minuten bij de tijd op, dan ben ik thuis. Sint Pancras lijkt al in nachtrust te zijn verzonken, het is stil op straat. Ik kom niemand tegen. Hier en daar brandt nog licht in een huiskamer, de tv staat aan. 

Bij het Kerkplein moet ik wachten op de bus, waar amper passagiers in zitten. 

De klinkertjes veranderen in geruisloos asfalt op de Twuyverweg. 

Aan het einde, voor de bocht, staat de Twuyvermolen op als een grote, geruststellende aanwezigheid. Ik probeer te bedenken wat de stand van de wieken betekent, maar ik kom er niet op.

Ik heb mijn fiets, mijn gedachten. De wind is niet veel meer dan een zuchtje. De temperatuur is gezakt naar iets wat tintelend fris heet. Met mijn dikke jas aan merk ik alleen het fijne van de kou.

Het maantje, met zijn zachte, gele licht staat boven het kanaal, alsof hij vanachter de dijk tevoorschijn is gekomen. 

De avondlucht komt met zijn eigen kruidige geur mijn neus in. 

De ganzen gakken, ergens in het land, ze zijn door de duisternis bedekt. De weg is me meer dan bekend, het lijkt of mijn fiets zelf zijn route vindt. Ik ken de bochten, de kuilen, de slingers in de weg. 

Voor ik het weet, ben ik Jan de Doper al voorbij. Ik ben bijna thuis. 

In het donker fietsen akelig? Ik vind het heerlijk.

Afbeelding