Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Dr. Groen

Ellendige Corona: mijn vader stierf, moeder (85) overleefde ternauwernood. Ze moest revalideren in een kliniek. Ik bood aan om voor haar te zorgen, dan kon ze tenminste naar huis - een huis aan de rand van een bos, buiten de stad.

Ze nam een volle teug boslucht


Haar eetlust keerde langzaam terug. We trainde: tien rondjes om de ovale salontafel, daarna twintig. ‘Een kleine boswandeling nu?’, buitenlucht zou haar vast goed doen. Dat wou ze graag proberen.


Daar gingen we, stapje voor stapje de rollator achterna en de jas hoog dichtgeknoopt want nu geen kouvatten.

Het bos was betoverend mooi, de jonge beukenblaadjes schitterde tegen het donkere hulst- en dennengroen. Vogel- en kikkerkoren begeleidden ons op de met duizenden licht- en schaduwvlekken versierde weggetjes. ‘Gaat het?’, vroeg ik bezorgd - ze was verontrustend stil.


Een traan gleed over haar wang: ‘Het is zo prachtig hier, dat groen, de vogels, die geur…’ Ze nam een volle teug boslucht, alsof het een krachtig medicijn was dat in één keer ingenomen moest worden. Na al die ziekenhuisbedden, beademingsapparaten en het graf van haar man, na al die eerste hapjes eten en kleine slokjes drinken, de bloemen en het bezoek zag ik haar eindelijk echt opveren; in het bos gleed voor even al het lijden van haar bejaarde schouders en vond ze zichzelf weer. Rustend op een bankje vertelde ze dat ze al jong had geleerd om de natuur te ervaren: ‘’Je moet het zien!’, zei je oma altijd.’

Een beter pleidooi voor groen- en natuurbehoud (en -uitbreiding!) is er niet - ook voor ons Noord.


Simon de Boer