Vervolg van de voorpagina


Theaters in Noord, dat moet je doen met lokale instellingen. Maar ook grootstedelijke en landelijke instellingen zijn eventueel welkom: "Al mogen ze nooit hier neerstrijken als een vliegende schotel zonder enig contact met de omgeving. Er moet een relatie zijn tussen de instelling en het Noordse publiek. Filmmuseum Eye is een goed voorbeeld van die vermenging: een landelijk en grootstedelijk maar tegelijk ook een Noords instituut. Het moet elkaar versterken.”

De portefeuillehouder is uiteraard blij met de financiële injectie die het stadsbestuur, met name haar partijgenoot cultuurwethouder Touria Meliani, juist de drie genoemde stadsdelen in het vooruitzicht stelt. Want er is veel nodig. Zo is het Noordse aanbod van beeldende kunstinstellingen (met Nieuw Dakota en Framer Framed, nu alleen nog in Molenwijk): “Veel te mager voor een stad van 100.000 inwoners.” Daar staat tegenover dat Streetart op het NDSM-terrein een ‘fantastisch voorbeeld’ is van artistieke creativiteit die Lagendijk graag ook naar andere wijken uitgebreid zou zien. Die uitbreiding wil Lagendijk op verschillende terreinen realiseren. “In De Kleine Wereld, een wijk met ongunstige prognoses, is nu niets op cultuurgebied.” Het oude Cleyn Theater daar verhuurt alleen nog zaalruimte. “Niet alles hoeft per se langs de IJ-oevers.” Daarom moet er flink in stenen geïnvesteerd worden. Veel culturele instellingen en kunstenaars zijn volgens Lagendijk ontoereikend gehuisvest: in slechte gebouwen, op tijdelijke locaties. Er moeten niet alleen theaters en musea bijkomen, de cultuur moet ook verspreid en verbreed worden. “We hebben een fantastische muziekschool, maar voor een meisje uit de Molenwijk is het te ver fietsen naar die piano.” Uitbreiding van het aanbod is dus geboden: muziek op school. En wat oudere kinderen aangaat: “Jongerencentra in de Banne, de Molenwijk en de Waterlandpleinbuurt zullen kwetsbare en niet-kwetsbare jongeren samenbrengen om elkaar te versterken.”

Cultuurplein

Maar voorlopig kampt de cultuur in Noord, zoals overal elders, met de gevolgen van corona. “Het zijn vooral de jonge, uitvoerende kunstenaars die niet kunnen optreden en waarvan er veel in Noord wonen. Ze hebben geen inkomen en ze moeten meer ervaring opdoen,” constateert Lagendijk. Het eerste kan met financiële tegemoetkomingen verzacht worden, het tweede “alleen door zo gauw mogelijk weer op te treden”. Eerder heeft ze ons uit het raam van haar werkkamer gewezen op de grote open ruimte van het Buikslotermeerplein, tussen het winkelcentrum, de Pathé-bioscoop en het gesloopte Waddenwegviaduct. “Kijk, ons culturele centrum,” zegt ze. “Moet het worden", veronderstellen wij. “Zo is dat,” antwoordt ze. Haar culturele ambitie is onmiskenbaar: een museum of een theater moet zich hier in het hart van Noord bij het metrostation maar spoedig vestigen.