Deelnemers bekijken onder de microscoop.
Deelnemers bekijken onder de microscoop. (Foto: aangeleverd)

Het Wilde Noorden – Expeditie door het insectenrijk

Algemeen

NOORD - ‘Eigenlijk is alles bij insecten horror en porno’ zegt expeditieleider Aglaia Bouma. Het is daarom maar beter dat er geen kinderen meelopen tijdens deze insecten-editie van het ‘Wilde Noorden’, een programma van de Tolhuistuin.

Bouma is entomoloog, wetenschapper op het gebied van insecten. Ze maakt voor ons het onzichtbare leven zichtbaar. Bij iedere stap die je zet passeer je al tenminste 100 kleine beestjes die leven in onze parken, tuinen en borders. En het ís een jungle out there. Want alles gaat om overleven en voortplanten. Waarbij de mannetjes er meestal bekaaid vanaf komen, want hebben zij eenmaal hun sperma gegeven dan is er nog maar weinig nut voor ze.

‘Oh die is leuk!’

Zes dames en een man duiken de Tolhuistuin in. Met iedere klop, sleep of zeef vallen er tientallen insecten in de bak. Met ingehouden spanning wordt er gekeken, zit er iets bij? Wantsen, cicaden en wat liefkozend ‘snuitertjes’ (snuitkevers) wordt genoemd, komen voorbij. Af en toe roept Bouma enthousiast ‘Oh die is leuk!’ en hops het beestje wordt met een zuigslang opgezogen om met een loep te bekijken.

Onder de microscoop

De bijzondere gevallen bekijken we aan het eind van de middag onder de microscoop. Wat entomologen vooral veel doen, volgens Bouma, is het spelletje zoek-de-verschillen. Haren vooruit of achteruit? Hoeveel antenneleden? Deels vliezige of parallelle dekschilden? Het maakt allemaal nogal uit in het determineren van een soort. En al zagen de meeste deelnemers de insecten liever niet sterven, toch wordt onder de microscoop de volle glorie en schoonheid van de beestjes pas echt zichtbaar.