Aan de rand van Europa zitten nog steeds duizenden vluchtelingen vast in een kamp, veelal kinderen (40%).
Aan de rand van Europa zitten nog steeds duizenden vluchtelingen vast in een kamp, veelal kinderen (40%). (Foto: aangeleverd)

Truus Vegter op de bres voor vluchtelingen kamp Moria op Lesbos

Algemeen

ZAANDAM – Eerste hulp op Lesbos: Truus Vegter uit Zaandam gaat voor de tweede keer naar vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos.

Van 5 tot en met 12 september gaat Truus Vegter,  voormalig vrijwilligerscoördinator bij taalcafé de Sluis voor nieuwkomers, weer naar Lesbos. In februari 2020 ging zij met haar dochter naar het eiland voor de organisatie ShowerPower die een badhuis voor vrouwen en kinderen uit het kamp runde. Zij waren het laatste vrijwilligersteam op Lesbos voordat in maart 2020 corona uitbrak en er geen vrijwilligers meer werden toegelaten.

Inmiddels gaan er weer teams naar Lesbos.  Dit keer gaat Truus als vrijwilliger werken bij stichting Because We Carry (BWC). Zij zal via sociale media alle betrokkenen op de hoogte houden van haar ervaringen. “Je zou het bijna vergeten in COVID-tijd, maar aan de rand van Europa zitten nog steeds duizenden vluchtelingen vast in een kamp, veelal kinderen (40%). Op Lesbos is 65% van de vluchtelingen Afghaans, wat is hun toekomst?”, vraagt Truus Vegter zich af.

Achtergrond

Na de branden die in september 2020 het oude kamp Moria verwoestten, sliepen tienduizenden mensen op straat. Om hen op te vangen, werd een tijdelijk kamp de grond uitgestampt op een uitgestrekt voormalig militair oefenterrein, pal aan zee. Dit tijdelijke kamp staat er nog steeds en heet nu het Registration and Information Center Lesvos. Er wonen ongeveer 6000 mensen in 650 tenten van UNHCR en het Duitse Rode Kruis. 

“Tenten waarin families wonen op zeven vierkante meter, tenten die niet bestand zijn tegen regen, wind of kou. Er is mondjesmaat elektriciteit. Elke dag staan de mensen lange tijd in de rij voor eten. En elke dag mogen door de coronamaatregelen slechts 200 mensen tegelijkertijd het kamp verlaten. De meeste mensen gaan dan boodschappen doen om zelf te kunnen koken. Verder is er voor hen namelijk niet veel te doen in het kamp”, licht Truus de situatie toe.

Steun

Because We Carry steunt vooral zwangere vrouwen en jonge moeders met kleine kinderen. De organisatie gelooft dat je zelf de verandering moet zijn die je graag ziet in de wereld. Daarom gaan er wekelijks teams van vrijwilligers naar Lesbos om daar mensen op de vlucht te helpen. De teams zorgen voor hun eigen sponsoring. Elke gedoneerde euro komt zo rechtstreeks bij zijn doel terecht. Naast het uitdelen van het broodnodige als eten, tenten en droge kleren, proberen de teams een glimlach, respect en wat hoop te brengen. ‘We houden van daadkrachtige naastenliefde en ons motto is dan ook #nietlullenmaarpoetsen. Dagelijks brengen de vrijwilligers een voedzame lunch langs de zwangere en borstvoeding-gevende vrouwen in het kamp. Wekelijks komt hier een boodschappentas vol krachtvoer bij. Daarnaast worden er elke week bananen uitgedeeld.

Inzamelingsacties

Truus is hiertoe weer een inzamelingsactie begonnen met als doel de kosten van deze distributies af te dekken. Dat zijn de kosten van de bananen, de boodschappentassen voor zwangere vrouwen, de tassen groenten voor alle bewoners, soms grotere distributies van de nodige producten op dat moment, de lunches voor zwangere vrouwen, de kledingpakketjes voor pasgeboren kindjes, etc. Alles wordt lokaal ingekocht zodat de bevolking op Lesbos er ook van profiteert.

Elke week is er ongeveer €8000 nodig. Het bedrag wordt door het wekelijks wisselende team van zeven vrijwilligers ingebracht. “Bijzonder genoeg lukt dat ook altijd! Het streefbedrag om mee te nemen is daarom €1145, meer is altijd welkom en het geld komt direct terecht waar het nodig is.”

Doneren kan via https://www.geef.nl/nl/actie/eerste-hulp-op-lesbos/donateurs

Praktische hulp.
Afbeelding
Afbeelding
Het vluchtelingenkamp op Lesbos.
Artikelen uitdelen.
Er is veel hulp nodig.
Niet lullen maar poetsen! (excusé voor het taalgebruik, maar dit is het motto van de hulporganisatie)