Kat
Het woord kat is in het Nederlands en het Westfries hetzelfde. Veel mensen hebben een kat, misschien zijn er daarom wel een behoorlijk aantal uitdrukkingen met dat woord erin.
Een kat op ’t ois brengt de winter van de wois, een kat op het ijs voorspelt dooi. Hai bedaarde met ‘t hêle katje te water betekent hij raakte met het hele zootje, de hele boel in sloot. Katjeskermis is een tweede kermis die in bepaalde dorpen in het najaar wordt gehouden. Den kenne de moide katerjage, dat wil zeggen achter de jongens aanlopen, op straat flirten. Om die toid benne de katjes goed greêuw, dan is het goed donker en ziet niemand je, overdrachtelijk wordt met deze uitdrukking bedoeld: de gelegenheid is gunstig.
Maar ja, dan kun je ook wel eens ‘de kat in de gerdoine hale’ ofwel moeilijkheden veroorzaken of uitlokken. De kat zit op aaiere wordt gezegd van iemand met onverwachte trouwplannen, met name van iemand van wie men nooit had verwacht dat hij of zij zou trouwen.
Een kat kan lang slapen en lui liggen. Dat is wel eens iets om jaloers op te worden. Een gevoel dat ik omschreef in dit gedichtje.
Jeloers
Een kat op ’t bleikveld
de kat van de bure
hai zit deer te soezen
in ’t zontje te pluren.
Hai weet niks van zurge
van plichte of wette
hai hoeft niet te werken
gien poôt te verzetten.
Ik koik nei dat katje
staan te prakkezeren
meskien kenne wai van
zô’n beist nag wat lere.
Gewoôn pree an zitte
van niks meer verskiete
en mooi knikkebollend
van ’t zontje geniete.
©Ina Broekhuizen-Slot
Bron: Westfries Woordenboek, Jan Pannekeet