TItelpagina van Reglement Rakende het Vroedwerk.
TItelpagina van Reglement Rakende het Vroedwerk. (Foto: aangeleverd)

Reglement Rakende het Vroedwerk

In het archief van de Vereniging Oud Enkhuizen hebben we een bijzonder boekje, gedrukt in 1786, met als titel: 'Reglement Bij die van den Geregte der Stad Enkhuizen, Gemaakt, Verbeeterd en Vermeerderd, Rakende het Vroedwerk, Binnen dezelve Stadt.' Het stadsbestuur was bezorgd over de situatie van zwangere vrouwen in de stad, wat blijkt uit het volgende: “alzoo tot kenisse van die van de Geregte der stad Enkhuizen gekomen is dat door onkunde en verzuim der vroedvrouwen werden begaan menigvuldige onordentelijkheden.”

De vroedvrouwen stonden bekend om hun vaak onprofessionele en liederlijke gedrag. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hadden de steden een grote autonomie, vandaar dat het stadsbestuur moest ingrijpen. De heren schout, burgemeesters en schepenen hadden na rijp beraad met de stadsdoctoren besloten een regelement met instructies op te stellen om de vroedvrouwen in de stad beter te kunnen controleren.

Liederlijk gedrag

Ook kwam er een College van vier doctoren, bestaande uit de twee stadsdoctoren en de twee oudste doctoren in Enkhuizen, dat in geval van onkunde of nalatigheid vroedvrouwen kon ondervragen en beboeten. Het college kwam bijeen in de chirurgijnskamer van de Waag. Aan de vakkundigheid van de vrouwen werden duidelijke eisen gesteld: ze moesten twee jaar in de leer zijn bij een gediplomeerd vroedvrouw, die zelf minstens zes jaar het vak had uitgeoefend. Ook moesten zij een mondeling examen van twee uur afleggen in de chirurgijnskamer waarbij zij door het College werden ondervraagd. Daarna hadden zij toestemming van de burgemeesters nodig om het vak te mogen uitoefenen. Gingen zij zonder toestemming aan het werk dan moesten zij een boete betalen. Mocht een man, die geen wettig gepromoveerd doctor was, het beroep van vroedvrouw willen uitoefenen dan moest hij aan dezelfde eisen voldoen als de vroedvrouw. De vroedvrouwen stonden onder supervisie van een vroedmeester (gespecialiseerd medicus).

Uiterste nood

Verder moest de vroedvrouwen tussen de 25 en 50 jaar oud zijn, getrouwd of weduwe zijn en tot de Gereformeerde kerk behoren. Ook mocht ze niet drinken en moest ze ”zagtmoedig, geduldig en niet te droefgeestig zijn”. Een geboorte mocht niet bespoedigd worden met een uitwendig of inwendig middel waardoor moeder of kind gevaar liepen, dit om meer bevallingen te doen en dus meer te verdienen. Als de vroedvrouw niet in staat was de bevalling tot een goed einde te brengen moest zij of een medicus of in uiterste nood de vroedmeester om hulp vragen.

Fikse boete bij misstap

Alle eisen die in het reglement aan de vroedvrouw werden gesteld, werden door het stadsbestuur opgesteld om de kwaliteit van de vroedvrouw en dus van de zorg te verbeteren. Om te zorgen dat die kwaliteit verbeterde moesten de vrouwen bij elke misstap een fikse boete betalen. Hopelijk hebben al die regels en boetes tot een betere kraamzorg geleid.


Jorien Kant
Archiefcollectief Vereniging Oud Enkhuizen