Een goede blaas is goud waard

Ik heb een goede blaas. Nu zul je misschien denken dat ik een ontzettend goede fluitiste ben of de ambitie heb om bij een blaasensemble te gaan. Dat is niet zo. Mijn muzikale carrière is beperkt tot blokfluitles van Annie de Boer in Hensbroek en mezelf wat piano leren spelen. Die piano staat nog in mijn ouderlijk huis, maar nu met mijn kinderen erachter. Zij zitten daar trots tot in den treure het aloude Vader Jacob te pingelen.

Momentjes voor mezelf

Terug naar de blaas. En zijn kracht. En daardoor het geluk dat ik vrijwel nooit ‘s nachts mijn bed uit moet voor een retourtje wc. En dat dat heel fijn is als je op de camping bent. Eigenlijk deden wij meer aan glamping, want we zaten in een vooropgezette tent met een keukentje, gewone bedden en plastic meubilair. Maar zonder toilet. Voor de ‘momentjes voor jezelf’ moesten we naar het toiletgebouw. 


Omdat Jason nog klein is en altijd wel ergens bij past, had ik een tent voor vier personen gehuurd. ‘Het past altijd’, is mijn ervaring. Ik blijf in sommige gevallen graag Afrikaans denken. Betekent wel dat ik mijn nachten moest doorbrengen in een twijfelaar met twee kinderen naast me. En een tweepersoonsdekbed dat de hele tijd werd weggetrokken. Groot voordeel was dat ik altijd een heerlijk warm kruikje naast me had liggen. Nadeel is dat dat kruikje het liefst over me heen ligt met een kleffe arm in mijn nek. 

Op slippers door het natte gras

Toch lukte het me om in slaap te komen en werd ik zelden uit mijn diepe slaap gemept door mijn peuter (die vervolgens weer heerlijk door ronkt (in je oor)). Wel werd ik een keer gewekt door een schel kleuteralarm. Midden in de nacht rond een uur of twee, toen ik net in een heerlijke, diepe, droomloze slaap lag. ‘Mama, ik moet poepen!’ klonk vlak naast mijn oor.

'Ik blijf in sommige gevallen graag Afrikaans denken'

En alhoewel je het antwoord op de vraag ‘Kun je dat niet even ophouden?’ weet, stel je hem op dat moment toch. Daarna volgt het bruuske besef dat je haar niet even naar de wc kunt sturen, maar dat je gewapend met een zaklamp naar het toiletgebouw moet. Daar ga je dan, op je slippers door het natte gras (oh, en had ik al vertelt dat het regende, grrr). Vervolgens sta je half slapend te wachten tot de drol gedraaid is en moet je dat hele stuk weer terug. ‘s Nachts en slaperig lijkt twintig meter lopen echt heel lang...


Het is wonderlijk hoe snel je kind dan weer inslaapt en hoe langzaam jij dat doet. Ik moest mijn draai weer vinden, de dekens van Zora terugpikken en Jason van mijn stukje bed rollen. Het hoofdkussen is net te zacht voor een goede buikligging en te hard voor een goede rugligging. Al het hout kraakt als ik me omdraai, waardoor ik denk dat ik de hele camping gewekt heb. Maar ja, er is verder natuurlijk niemand wakker op dit tijdstip. Alleen mensen zoals ik, die denken dat kamperen met hun kinderen leuk, makkelijk en romantisch is...