Wim Admiraal.
Wim Admiraal. (Foto: Aangeleverd)

Huisartsenspreekuur

. U vast wel bekend maar laten we eens van voren af aan beginnen. 

Je voelt je beroerd (misschien vonden je collega’s dat al jaren van jou), en besluit de dokter te bellen.


Dat bellen is al een ramp gezien de mededeling dat er nog vier wachtende voor je zijn, met daarvoor toets een een, twee etc. 

Volgens de assistente is er alleen nog een plekje in de namiddag vrij. 

Je slaat je de ochtend door, je passeert het middaguur, denkt aan een kuur van aspro met genever of cognac met suiker maar doet dat toch maar niet omdat de arts zou kunnen vinden dat je niet al te nuchter overkomt. 

Ze willen per se weten wat je mankeert

In de wachtkamer tref je vijf wat oudere cliënten aan die proberen in te schatten wat jij eigenlijk mankeert. 

Een man kijkt naar de poster over Cara en zegt ineens tegen je dat we dat gelukkig maar niet hebben. Ze willen per se weten wat je mankeert.

Een dame vermeldt dat haar spataderen echt een ramp zijn, maar dat prostaatklachten ook niet prettig zijn. Weer die blikken mijn kant uit. 

'U heeft zeker een lichte griep of misschien het virus?' Je denk bij jezelf: dat gaat je geen lazer aan maar ontkent dat gelijk. Constatering: geen verkoudheid, griep of aanverwante artikelen. Dan moet het toch ernstiger zijn. 

Dan gaat de bel voor de volgende patiënt. 

De terugkerende dame heeft een blik in de ogen alsof zij een heel besmettelijke ziekte heeft. Schromelijk overdreven! 


Blijven er nog drie personen over voor het uithoren. Een dame pakt wat leeswerk en zeg: 'U zal hier wel niet veel komen gezien uw leeftijd?' 

Dat doet de deur dicht. “Sorry mevrouw, ik heb gewerkt in een lepraziekenhuis en voel mij de laatste tijd niet zo goed." 

Wat mij opviel dat ik daarna nog nooit zo ruim en ongestoord in de wachtkamer heb gezeten.

Wim Admiraal