Verrassende klant

Een bereidwillig zonnetje gaf de markt op het ‘dorpsplein’ in mijn woonplaats een extra glans. Naarmate het coronavirus en het verstrekken van de vaccinaties daartegen voortschrijden op de golven van de RIVM-cijfers en modellen, groeit het ongenoegen over de maatregelen en neemt het verlangen naar een leven zoals dat was van voor het uitbreken van het virus toe. De weekmarkt is daar een onderdeel van. Meestal ga ik alleen naar de markt, maar dit keer vond mijn vrouw het nodig om mee te gaan. Ik had de auto op het parkeerdek geparkeerd en we gingen met de trap naar beneden. Mijn vrouw liep door naar de kaaswagen. Ikzelf bleef staan voor de kraam ‘van’ de snoepspecialist. Samen met zijn vrouw bediende deze specialist klanten die hun wensen kenbaar maakten, wat de soorten snoep betrof. Ik ging voor enkele soorten drop, en chocolade, in dit geval luxe bonbons, vooral die met fijngemalen nootjes erin. Op anderhalve meter afstand, door de specialist duidelijk aangegeven, kwam een jonge vrouw staan. Zij begon mij aan te staren. Zodanig, dat mijn wangen begonnen te gloeien – en dat voor mijn leeftijd. ‘Komt u ook maar eens op de uitgeklede markt kijken?’ vroeg ze. Haar bruine ogen straalden een leuk soort pret uit, die je in deze tijd haast niet meer tegenkomt. Zij noemde de markt uitgekleed. Ik vond het een aardige benaming voor een markt waar veel kramen ontbraken omdat zij de niet essentiële waren verkopen. ‘De markt heeft kramen en mensen verloren,’ antwoordde ik. ‘U heeft gelijk.’ Ondertussen deed ik mijn bestelling bij de vrouw van de specialist. Half pondje van het één en een pondje van het ander. ‘Ik heb uw boek gelezen. Uw verblijf in het ziekenhuis viel niet mee, hè. Maar het kwam toch nog allemaal goed.’ Ze glimlachte. ‘Bent u schrijver?’ vroeg de vrouw van de specialist. ‘Nou, dat valt wel mee,’ reageerde ik. ‘U doet nu wel erg bescheiden,’ zei de jonge vrouw. ‘Ik weet ook dat u columns schrijft.’ Haar blik hierbij verraste mij. Ik betaalde mijn bestelling. ‘Hoe weet u dat?’ vroeg ik, na enige tijd. ‘Laten we dat als verrassend bestempelen op deze mooie dag,’ en ze glimlachte weer - pretlichtjes in haar ogen.