Woningmarktfilosofie

Op een avond. Een filosoferend gesprek met mijn zoon. De aanleiding was een opmerking van mijn zoon – een opmerking die uit de lucht kwam vallen. Hij was met een paar ‘vrienden’ weer van start gegaan om op een stuk strand een balletje te trappen: een twee partijenstelsel, rood tegen wit. Puur voor de ontmoeting, de gezelligheid, de sfeer en vooral het netwerken. Aan het eind van het seizoen wordt de balans opgemaakt.

Nou goed, we zaten hierover te praten. In het spel is ook een makelaar actief. Een makelaar die mijn zoon had bijgestaan bij het kopen van een woning. Mijn zoon maakte de opmerking dat de makelaar had gezegd dat de woning in een goede periode was aangekocht. Mijn zoon had vijf procent overboden. Nu schijnt dat volgens die makelaar twintig procent te zijn. ‘Is je woning daarmee twintig procent duurder geworden?’ vroeg ik aan mijn zoon. Hij wist het niet. ‘De woningmarkt staat in de fik,’ zei hij slechts. Dit gaf mij aanleiding om erop door te gaan. Maar hij was me voor… ‘We hebben nog mazzel gehad, in de zin van dat het nog aardig vlot ging om een huis te vinden. Tja, en dan maar overbieden.’ Ik ging hem een overdenkende vraag stellen. ‘Vind jij dat we met ons allen er verantwoordelijk voor zijn, voor die woningmarkt?’ En ik voegde toe: ‘Een markt die in zeer slechte staat verkeert.’ Hij keek mij aan en vroeg: ‘Wat bedoel je eigenlijk?’ ‘Stel, ik ben verkoper en zie door de hoge prijs die mij geboden wordt dollartekens in mijn ogen. Ik verkoop mijn huis aan de hoogste bieder. Mijn woning gaat dan ver boven de taxatiewaarde naar de koper. Maar ik moet ook weer duur kopen, tenzij ik een huurwoning of een verzorgingshuis inga. Dus verkopers en kopers samen drijven de prijzen op. De makelaars verdienen eraan en de gemeenten wrijven in hun handen, want de woz kan verder omhoog mede op basis van woningwaarde Dan heb je nog dat er te weinig wordt gebouwd, maar vooral voor starters. Er zijn voor starters geen betaalbare woningen.’ Mijn zoon zat mij nadenkend aan te kijken. ‘Moeten we volgens jou van het proces overbieden af en ons aan de taxatiewaarde houden?’