Afrekentijd

Gedrieën hadden we een goed restaurant uitgezocht om én goed te eten én bij te praten. Ruim anderhalf jaar geleden was de vorige ontmoeting geweest. Restaurant open, wij konden niet. Restaurant dicht, wij konden wel. Het jojo-effect kwam door het almachtige coronavirus. Vanzelfsprekend was er zo af en toe een appje zo van: ‘Ha, hoe gaat het? Met mij gaat het goed en dat is al belangrijk genoeg. Dag. Hou je taai hè.’


Alle drie waren we goede oud-collega’s van elkaar. Niet dat we veel contact hadden, maar één keer per jaar samen uit eten, daar hadden we wel zin in. Over de werkzaamheden, die overigens ver achter ons liggen, spraken we nog maar zelden. Ja, de positieve momenten haalden we op, dat wel. Dan lagen we zowat krom van het lachten,  voorover op tafel. Met de neus in eten, bij wijze van spreken dan. Oude en soms bizarre voorvallen, die al dan niet veel stof deden opwaaien, toentertijd, kwamen voorbij en deden ons telkens weer in de lach schieten. Alle drie hadden we een vrij hoge functie bekleed, met verantwoordelijkheid, maar dat weerhield ons én andere collega’s er niet van om ook eens wat humor over het werk uit te strooien – in die tijd was dat nog mogelijk. Terloops hoor ik nog wel eens wat over de huidige tijd, hoe dat eraan toegaat bij het bedrijf. Uitgestreken gezichten, keihard werken, geen fouten maken, maar die toch gebeuren, anders leer je niet, en geen momenten waar je even met elkaar van gedachten kan wisselen over de grijsheid van het weer of de periode waarin we verzeild zijn geraakt. Gewoon werken en je mond houden. Mensen haken af: hebben geen plezier meer in hun werk. Het valt niet op bij de veelal jonge managers. Targets halen, geen doelstellingen, liefst voor het einde van de week. Over de horizon heen kijken… het gebeurt niet. 

Dat is nu, maar vroeger… toen alles nog goed was: de vele bomen groen, frisse lucht, minder vervuiling, weinig fileleed en vooral geen covid-19, ja, vroeger kon er nog veel en werd er gelachen, naast het glasharde werken. 

‘Neemt u mij niet kwalijk, het is afrekentijd, we sluiten om acht uur,' breekt de ober in.