Liefdesverdriet of niet?

Onlangs las ik in het Noordhollands Dagblad een interview met de Monnickendamse schrijver Jan Heutink. Wie kent hem niet?

Dit jaar kwamen er twee boeken van hem uit: “Vertraagde woede” en “n Kleine coronaman.” Een behoorlijke productiviteit vergeleken bij andere grote schrijvers; één keer in de zoveel jaar komt er dan weer eens een boek uit. Ik denk dat de coronatijd, die overigens nog voortduurt, maar dat terzijde, veel tijd geeft (het thuis blijven, zoveel mogelijk dan) om te schrijven. Maar dat is volgens Jan Heutink in het artikel een niet geheel terechte gedachten: voor veel schrijvers is liefdesverdriet de aanleiding om te gaan schrijven. Ongetwijfeld zal hij dat hebben uit een wetenschappelijk onderzoek of heeft er zelf onderzoek naar gedaan, maar gelet op zijn liefde voor reizen, lijkt me dat laatste omwille van tijdgebrek geen juiste conclusie. Op zesentwintig november tweeduizend zeventien werd “De nacht van het liefdesverdriet” gehouden – uithuilen was toegestaan. “SPUI25” is het academisch-culturele podium van Amsterdam. Sinds tweeduizendenzeven geeft zij onder andere wetenschappers, kunstenaars en schrijvers, het podium om hun licht te laten schijnen over zaken die hen bezighouden, inspireren of verontrusten. “De nacht van het liefdesverdriet” was in het jaarprogramma van “SPUI25” opgenomen. Daar was ook de schrijfster Alma Mathijsen aanwezig. De vrouw met een enorm liefdesverdriet. Zij schreef de novelle “Ik wil geen hond zijn.” Dit gaat over een vrouw die besluit dat ze wil veranderen in een hond om zo herenigd te worden met haar ex-geliefde.

Liefdesverdriet is iets vreemds. Het doet pijn, pijn in de ziel. Geen wond op en in je lichaam te bekennen én toch is er die pijn, emotionele pijn, dag in en dag uit. Er zijn vele dingen belangrijk in het leven – één daarvan is liefdesverdriet te overwinnen en het een goede plek te geven. Loslaten en vooruitkijken, maar… de mooie herinneringen vasthouden. Toen ik op mijn twaalfde jaar begon met schrijven, korte verhalen en verhaaltjes, had ik geen last van liefdesverdriet. Toen ik jaren lang geen woord geschreven had (druk, druk, druk) en het schrijven op advies weer oppakte, kende ik geen liefdesverdriet.