Loopje

Het was mooi weer. Ik zat al een tijdje op een van steigerhout gemaakte bank voor het huis in de avondzon. Een oude man kwam aanlopen en leek mij neerslachtig, althans zo kwam hij in de loop op mij over. Toen hij dichterbij was gekomen en mij had opgemerkt, bleef hij staan en sprak mij aan. ‘Goedemiddag.’ Ik groette vriendelijk terug. ‘Ze heeft mij als een baksteen laten vallen er is er vandoor met de overbuurman.’

‘Wie heeft u laten vallen als een baksteen?’ vroeg ik beleefd. ‘Mijn vrouw. We zijn veertig jaar samen geweest. Wat zeg ik… ruim veertig jaar. Kennelijk was de overbuurman na al die jaren met mij samen te zijn geweest, een heerlijke worst voor haar. Respect is er niet meer.’ 'Weet u waarom zij er vandoor is?’ De man haalde zijn schouders op. ‘Er lag een briefje op tafel waarop ze geschreven had dat ze naar de overbuurman ging. Joop… ik meen dat hij Joop heet.’ 'Heeft Joop ook een vrouw?’ vroeg ik hem. ‘Ja, maar dat is een oerlelijk mens, als u tenminste wilde voorstellen om er met de vrouw van Joop vandoor te gaan.’ De man bleek mij door te hebben of had een component in zijn brein dat hij goede voorspellingen kon doen.‘U moet misschien nog maar eens met uw vrouw gaan praten en haar op andere gedachten brengen. Ruim veertig jaar samen zijn is niet mis.’ ‘Denkt u dat daar de oplossing ligt?' ‘Wellicht wel. U moet haar voorhouden wat u haar al die jaren hebt geboden en wat u haar nog te bieden heeft.' De man wist een magere glimlach op zijn gezicht te krijgen. 'Weet u, mijn vrouw is een knappe verschijning, maar soms heeft ze trek in "mag het een ietsje meer zijn,” als u begrijpt wat ik bedoel. Niettemin, het blijft een schat van een vrouw. Maar tja, nu heeft ze de kuierlatten genomen. Toen dacht ik bij mezelf: kom Henk, ouwe jongen, ga es even een stukje aan de loop.' Een mooie vrouw kwam aangelopen‘ Potverdrie… sta je nou weer hier je ellende te uiten. Ik heb het halve dorp afgezocht naar je. Kom op, we gaan naar huis.' Samen liepen ze weg. De oude had een loopje met me genomen.