Straatterreur - bloedlink

Toen de duivel langzamerhand genoeg had gekregen van de virusverspreiding en wel inzag dat de wereld overal met vaccinaties bezig was, ging hij zich toeleggen op enige andere aspecten in lokale gebieden van de wereld. Een overstroming hier. Een zandstormpje daar. Zware sneeuwval in een warm land. Een paar autobotsingen. Hij beleefde er genoegen in. Nooit had ik verwacht dat hij het nog dichterbij zou zoeken.

Op een goede morgen zat ik bij Leen een kopje koffie te drinken. Leen was een oudere charmante dame en in wezen een tante voor me. Ik kon goed met haar overweg en ze had altijd een luisterend oor. Ze woonde in een fantasierijk ingericht huis in een dorpje aan het IJsselmeer – het had de naam Uitdam. We zaten gezellig te babbelen over wat de mensheid in het algemeen bezighield en de pers in de nieuwskranten daarover schreef. “Mensen kunnen soms zo opgefokt raken, vooral als de pers erbij betrokken is terwijl die toch ook hun werk doen en het soms makkelijker maken om het resultaat binnen te slepen” zei ze tegen me. “Ik begrijp er niets meer van. Met inzicht en overdenkend te werk te gaan is toch het beste wat in de mens kan voorkomen,“ sprak ze wijs. Bij het tweede kopje koffie ging het mis – goed mis. Het huis stond te trillen en mijn kopje zag ik langzaam naar de rand van de tafel gaan en in de afgrond glijden. Weg kopje. Weg koffie. Leen stond zuchtend op. “Gebeurt vaker”, zei ze en vervolgde: “Zware vrachtauto’s, trailers, opleggers, dertig tonners, van alles wat rijdt door het dorp – het gaat met een snelheid gepaard die hoger ligt dan wat in het dorp is toegestaan. Uitdam is Uitdam niet meer, wat het verkeer betreft dan. Het is hier complete straatterreur en nog bloedlink ook. Ik durf soms de deur niet meer uit. We hebben hier geen voetpad, hè. Je loopt op straat. Opeens kijk je om, dan staat er zo’n grote vrachtauto met zand achter je kont. Voor je het weet lig je begraven op straat… een berg zand erop. En het gaat maar door, met al die auto’s. Het is al tijden zo. En, wie doet er wat aan? Ik ga nog even een nieuw kopje koffie voor je halen.” Ze slofte hoofdschuddend weg. Voor even weg van het straatterreur. De duivel lachte. Die was bloedlink bezig.