Kristian Bos valt in (jeugd)prijzen bij Gedichtenwedstrijd ZPINK
ZAANSTAD - “De gedichtenwedstrijd ‘Samen schrijven in Zaanstad’ was een groot succes”, stelt stadsdichter Ellis van Atten. “Met maar liefst 62 ingezonden gedichten van hoge kwaliteit had de jury het moeilijk.”
De jury bestond uit Hans de Roo, Janna Pronk en Marcel de Kleijn. De schrijfwedstrijd was een initiatief van ZPINK – beweging voor woordkunst. Op de eerste plaats staan maar liefst drie dichters: Annette Akkerman, Geraldine Bank en Stef Goyens. Op de tweede plaats Ruth Pos. Op de derde plaats Erika de Stercke. En in de categorie Jeugd viel Kristian Bos (foto) in de prijzen.
Woordkunstenaar
Kristian woont in Zaandam. Hij is acht jaar en gek op schrijven. Gedichten, verhalen, strips. Hij bedacht al dertien geheime talen! Een echte woordkunstenaar. Als hij al zijn verhalen tevoorschijn haalt, ligt de tafel al snel vol. Zijn ouders zijn zelf niet zo gek op schrijven, maar zijn wel ontzettend trots. Zijn vader vertelt dat Kristian soms voor het ontbijt al aan tafel zit met pen en papier. Ideeën heeft Kristian genoeg: “Als ik maar een eerste zin heb, komt de rest vanzelf!” Voor de wedstrijd stuurde Kristian een liefdesgedicht in. “Maar ik ben niet verliefd, hoor,” zegt hij er snel bij.
Mijn liefdesgedicht
Ik schrijf dit omdat je mijn liefde bent!
Ik ga de taxi betalen!
Ik ga de ijsjes halen!
Ik laat je gezicht stralen!
Ik doe de enge dingen wel!
En jij wint het spel!
Ik vind je zo lief!
Ik meen het wel!
Dit zijn de overige winnaars van nummers één:
Nooit meer echt samen
het eerste ochtendlicht zoekt je
op het plekje naast me
vindt alleen de strakke witheid
van een onbeslapen kussen
uit gewoonte dek ik voor twee
soms plaats ik je schone bord
in de vaatwasser, een ontkenning
van waar ik van doordrongen ben
en al tuur ik uren door de zoeker
van mijn nieuwe fotocamera
je blijft afwezig op de vakantiekiekjes
toch schrijf ik op de kaart ook jouw naam
tevergeefs tast ik naar je hand
bij de enge beelden op tv
verontwaardigd hou ik monologen
tegen de kussens op de bank
men zegt, het slijt met de tijd
nu nog steeds lege woorden
wat voor altijd blijft ben jij
maar nooit meer echt samen
Annette Akkerman
Jij denkt te veel
Ik denk in poëzie,
een taal
die ik me eigen maak,
zelfs wanneer ze niet wil
neervlijen
op zacht aards papier,
Ik wou dat ik nooit ging
maar altijd was
als iets vloeibaars
als het heden
vergezeld van verleden
als een traan
omhelst
door de weidse oceaan
die ik altijd was
Stef Goyens
Toen we allemaal nog samen waren
In de zomer zaten we onder de kersenboom
rond de witte tafel
haalden herinneringen op
schaterlachten
en dan sneeuwde het kersen
Tussen de takken zweefde een schim
een engel dachten we
een mand met rode kersen
aan zijn vleugel
Mijn vader, die al jaren dood is
bracht de mand
aan tafel aten we samen kersen
Geraldine Bank Caenen
Op de tweede plaats:
Verwondering
Dromend ontwaken
maar met gesloten ogen
de nieuwe dag zien…
Stilte is hoorbaar
als je iemand zo erg mist
die zo druk niet was…
Stam met witte kroon
nu door een zachte winter
vroege laatbloeier…
Meeuw zweeft op de wind
toont een zorgeloos schouwspel
morgen is er al…
Je schaduw als gezel
en nog steeds niet weten
wat voor kleur hij heeft…
De zon gaat onder
reflectie in de spiegel
tot die ook verstilt…
Morgen weer een dag
die je graag samen beleeft
met wie je lief is…
Wij zullen sterk zijn
elkaar helpen volhouden
straks dansen we weer…
Ruth Pos
Op de derde plaats:
Thuis
Dat jaren doorwegen
als betonblokken op de schouders
broos door zware arbeid
versterkt het kraken bij opstaan.
Hoera. Telefoon van de kinderen.
Ze hebben het druk.
Hij knikt en glimlacht. De benen
hebben nieuwe vleugels nodig.
Een wandeling in het veld
waar de stilte op bermen groeit.
Vlagen nijdige wind, de hond aan
zijn leiband, het dagelijkse uitje.
Niet alleen de man dommelt in.
Het gesnurk van beiden volgt
het getik van de porseleinen klok.
Samen en gezellig.
Erika de Stercke