Vitale Haarlemmers: Harry De Boer (91, deel 2)
HAARLEM - In deel 1 maakten we kennis met de 91-jarige Harry. Hij groeide op in Huizen en kwam daar op zijn 17e zijn vrouw Diny Rebel tegen, met wie hij na 9 jaar verkering in 1956 trouwde.
Willem Brand
Tijdens zijn diensttijd wilde Harry graag naar Indië, maar omdat hij na de kaderschool de latere rode baretten met wapens leerde omgaan, hield de leiding hem in eigen land. Zijn vader had een timmerfabriek, maar Harry wilde de handel in.
'Ik heb goed nieuws'
Op zijn zeventiende had hij gesolliciteerd bij een houtimporteur, een leverancier van zijn vader, en was aangenomen. Die baas had hem de hele diensttijd 10 gulden per maand doorbetaald. ‘In 1952 was er verplichte inwoning, er waren geen huizen. Mijn baas bood me een woonboot voor een jaar in Alphen a/d Rijn aan, daar zat het hoofdkantoor. Die boot, de Kontiki, heeft jaren in het Spaarne tegenover Peltenburg gelegen.’
Via een klant, een aannemer, kochten Diny en hij in 1956 een huis in Alphen. Als particulier geld van de bank lenen kon toen niet. Ze hadden geluk. De baas schoot een deel voor, een vrijgezelle nicht de rest. "Erna zijn we nog zeven keer verhuisd voordat we in 1983 in Haarlem kwamen. Op een dag zei mijn vriend, die houtimporteur was: Ik heb goed nieuws, ik ga dood (..). Ik heb jouw zoons gevolgd, ze zijn stuk voor stuk vakmensen geworden. Ik wil jullie één van mijn vijf houthandels verkopen." Het werd de Bremers houthandel.
'Waarom Haarlem?'
Lang hoefde Harry niet na te denken. "Waarom Haarlem, vroeg mijn vriend. Het is een oude stad, alles staat te verrotten en mijn vrouw heeft er familie. Ik ben in veel steden geweest en durf te zeggen dat Haarlem qua gevels en daken de grootste verscheidenheid heeft. Er zijn zoveel uitbouwtjes en torentjes en de gevels zijn vaak verrassend versierd. Ik denk dat de bierbrouwers elkaar wilde overtroeven."
Harry die boven de houthandel woont, steekt soms nog een handje toe. Ook werkt hij als vrijwilliger voor Kennemerhart. "Mijn vrouw is 1,5 jaar in de Janskliniek in verpleging geweest. Ik ging driemaal per dag op bezoek en kwam uiteindelijk in de centrale cliëntenraad." Harry laat een dik rapport zien. "Er is een goede vertrouwensband met de raad van bestuur. We proberen het beste te doen voor de bewoners."