Willem loopt nog elke dag drie uur.
Willem loopt nog elke dag drie uur. (Foto: Willem Brand)

Vitale Haarlemmers: Willem v/d Aar (88) (1)

Willem Brand

HAARLEM - Het maatschappelijke en sociale leven staat door corona op zijn kop. Wat kunnen we van senioren leren? In deze rubriek praat Willem Brand met vitale oudere Haarlemmers.

Zijn leeftijd is hem absoluut niet aan te zien. Willem van der Aar (88) heeft veertig jaar buiten gewerkt, schaatste zes maal de Elfstedentocht en fietste na zijn pensioen vijf maal naar Santiago de Compostela. Zulke tochten zitten er niet meer in, maar hij loopt nog wel elke dag drie uur. 

Vaste rondjes

“Ik heb vaste rondjes, dan hoef ik niet na te denken. ’s Morgens ga ik om 9.40 uur van huis en dan ben ik om 10 uur op de Grote Markt. Ik doe bij AH op de Raaks boodschappen en dan loop ik naar huis. ’s Middags doe ik vaak een rondje Haarlemmerhout. Twee keer per week fiets ik een rondje Zandvoort.” 

Knaak in de week

Willem is geboren in het Rozenprieel. “De buurt had in mijn jeugd honderd winkels. Zo had je vijf kappers en vijf kolenboeren. Je verdiende allemaal een knaak in de week. Thuis waren we met zijn vijven. We woonden in een hoffie op de Rustenburgerlaan, dat waren allemaal onbewoonbaar verklaarde woningen. Later verhuisden we naar de Bakkerstraat.”

Scharrelaar

“Mijn vader was een scharrelaar, net als veel mensen in de Roos. In de oorlog voer hij eerst met een roeiboot naar boeren in de Haarlemmermeer om zo de Duitse posten op de Rustenburgerbrug te ontlopen. Die pikten je bij de boeren gekochte tarwe en aardappelen in. Later voer hij met twee maten met een schuit naar De Noord. Ik ging mee en moest als er gevaar dreigde de boot met een touw voorttrekken.” 

Eerste baantje          

School was een noodzakelijk kwaad. 


"Ik heb vier jaar in de vierde klas gezeten. Ik ging van school op de dag dat ik veertien werd, de dinsdag ervoor had ik mijn eerste baantje bij smid De Mon in de Floresstraat. Na vijftien weken werd ik pompbediende. Mijn vader zei: Zo word je chauffeur-monteur. Hij zag de hemel al. Na twee jaar ging ik naar De Goede in de Zijlstraat. Ze verkochten daar van alles, van radio's en fietsen tot wringers met een bak. Ik ben wat met de bakfiets naar Bloemendaal gereden. Daar woonden mensen die met niks uit Indië gekomen waren.”


Volgende week deel 2.