Huize Avondlicht en de veertig meter hoge watertoren die in 1912 gebouwd werd.
Huize Avondlicht en de veertig meter hoge watertoren die in 1912 gebouwd werd. (Foto: aangeleverd)

Het verdwenen goud aan het Keern

HOORN - Drie jaar geleden ontvingen twee huiseigenaren aan het Keern in Hoorn een schrijven van de gemeente Hoorn met daarin de mededeling dat de monumentencommissie hun huis tot gemeentelijk monument wenste te verklaren. Dit gegeven kwam zomaar uit de lucht vallen. Des te meer verwonderlijk, daar er al vele jaren panden aan het Keern op de Monumentenlijst staan. De beide bedrijfswoningen die daar al vele tientallen jaren staan waren kennelijk al die jaren aan de aandacht van de Monumentencommissie ontsnapt.

Door Wally Ooms

De ondoor-grondelijke dolingen van de Monumenten-commissie

In de brief stond ook waarom de commissie tot dit besluit was gekomen. Ten eerste zouden de dienstwoningen een cultuurhistorisch ensemble (een verzameling gebouwen met een onderlinge samenhang) vormen met het voormalige kantoor van het Waterleidingbedrijf. Ten tweede spreekt men over de stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de historische lintbebouwing en dus het dorpse karakter van het lint. Ten derde is er volgens de commissie sprake van een architectonische waarde. Ten vierde spreekt de commissie over 'gaafheid en bijzonderheid' van de beide woningen.

Impact

De impact van de verklaring werd al onmiddellijk duidelijk: de vrijheid om met je eigen huis te doen wat je wilt was daarmee verdampt. Elke spijker, elke isolerende maatregel, elke geplande verbetering of verbouwing zou eerst getoetst moeten worden door de commissie. De bewoners gruwelden van die ongevraagde bemoeienis en gingen terstond in gesprek met de commissieleden en schakelden vervolgens specialisten in, die tot een compleet tegenstrijdige conclusie kwamen. Tot die specialisten behoort het landelijk werkende en gezaghebbende Gelders Genootschap, dat ook door het Rijk, de provincies en vele gemeenten wordt ingeschakeld, juist als het gaat om de beoordeling van gebouwen. Wat volgde was een vernietigend rapport, waarin feitelijk geen spaan heel bleef van de monumentwaardige argumenten van de Monumentencommissie.

Bevindingen

In de bevindingen van het Gelders Genootschap is te lezen dat de beide huizen oorspronkelijk een cultuurhistorisch ensemble vormden met het voormalige kantoor van het Waterleidingbedrijf, de watertoren en de overige bedrijfsgebouwen. Het ontbreken van de watertoren als schakel in het geheel betekent dat de verwantschap met de cultuurhistorische en stedenbouwkundige context is verdwenen. De nieuwbouw op de hoek (het huis dat op de plek staat van de voormalige watertoren) zorgt bovendien voor een visuele scheiding tussen de huizen en het voormalige kantoor van het Waterleidingbedrijf. Daarnaast is de architectuur van het voormalige kantoorgebouw zodanig anders, dat overhoeks gezien er ook geen zichtbare architectonische relatie meer is.

Grootschalige nieuwbouw

Los van deze gewijzigde context zijn de zelfstandige cultuurhistorische en architectonische kwaliteiten van de beide huizen niet van zodanige aard dat deze een beschermde gemeentelijke monumentenstatus verdienen. Verder leveren de beide huizen geen wezenlijke bijdrage aan de omgevingskwaliteit van het lint, mede gezien de moderne architectuurstijl van de omliggende nieuwe bebouwing. De vroegere lintbebouwing is aan deze zijde van het Keern grotendeels vervangen door grootschalige nieuwbouw, waarin de twee huizen zijn opgenomen. Ook dragen latere aanpassingen als vervangen dakramen, brede kunststof omlijstingen en grote dakkapellen niet bij aan de architectonische en cultuurhistorische kwaliteiten van de beide huizen.

'Geen beschermd monument'

Met toestemming van de gemeente is er zelfs zeven jaar geleden een nieuwe schuur gebouwd, die - zeer opmerkelijk - niet van de gemeente mocht worden voorzien van een authentieke, zinken regenpijp, maar van een plastic regenpijp. Nog opmerkelijker is dat bij goedkeuring van de bouw te lezen staat bij het kopje monumentenstatus: "Het pand betreft geen beschermd monument, zoals bedoeld in de Monumentenwet van 1988 en de erfgoedverordening van 2010 van de gemeente Hoorn."

Conclusie

De conclusie luidt dan ook dat vanwege de fors gewijzigde omstandigheden er geen sprake meer is van een monumentwaardige beoordeling. Ook is er onvoldoende sprake van ensemblewerking en zijn bovendien de zelfstandige kwaliteiten van de twee huizen niet dermate bijzonder dat een gemeentelijke monumentenstatus op zijn plaats is.


De ondertekenaar van dit uit februari 2019 daterende rapport namens het Gelders Genootschap is ir. M.A. van Bleek, een uiterst ervaren man met een langdurige staat van dienst, die voor vele gemeenten in de welstand/monumentencommissie zit. In een toelichting geeft ir. van Bleek aan dat hij de huizen niet beoordeelt als een cultuurhistorisch monument, hij acht het onvoldoende om beschermingswaardig te noemen en merkt op dat de gemeente door een ondergrens gaat als deze twee huizen als monument worden aangemerkt.

Naar de rechter

De gemeente Hoorn laat het ondanks het vernietigende oordeel van dit gespecialiseerde bureau wederom aankomen op een rechtszitting, waarbij een volstrekte leek, de rechter, zal moeten bepalen of de huizen op de Monumentenlijst thuis horen. Voor de bewoners heeft het verstrekkende gevolgen. Niet alleen emotioneel, maar ook financieel, want de rechtsbijstand brengt hoge kosten met zich mee. Daar heeft de gemeente Hoorn uiteraard geen last van. Langdurig procederen kost alleen de bewoners van Hoorn geld.

Samengevat

De cultuurhistorische waarde is er vrijwel niet doordat het verwantschap met omliggende bebouwing inmiddels ontbreekt. Ook de stedenbouwkundige verwantschap is verdwenen. De architectonische waarde is zeer beperkt, daar de woningen niet onderscheidend zijn. Lang geleden al is de sloot volledig gedempt en zijn de bruggen verwijderd. Tenslotte is het pand geenszins gaaf of bijzonder meer.

De watertoren

Als er ooit een monument op het Keern heeft gestaan dan is het wel de watertoren, die tot verbijstering en verdriet van velen gesloopt is nadat deze niet langer in gebruik was. De Monumentencommissie zou zich harder hebben kunnen beijveren om nu juist dit monument te bewaren. Een korte toelichting over de watertoren en de omgeving is wellicht nuttig.

Goudklomp

In 1912 liet de gemeente Hoorn ten behoeve van de drinkwatervoorziening een watertoren bouwen, alsmede kantoorgebouwen, bedrijfsruimten en twee woningen. De woningen waren bestemd voor het personeel van het watertorencomplex. In 1970-71 zijn de toren en bedrijfsruimten gesloopt. Wat overbleef waren de twee huizen en een later gebouwd kantoorgebouw, dat in 1990 is aangewezen als gemeentelijk monument. De watertoren met een hoogte van 40 meter was architectonisch uitermate fraai en zeer beeldbepalend voor Hoorn. Het vormde een baken voor de inwoners, een herkenningspunt dat gevoelens van thuiskomen opriep. Wie de watertoren zag wist dat Hoorn nabij was. Zodra op de sociale media een afbeelding wordt geplaatst van de watertoren volgen automatisch vele honderden reacties van zwijmelende inwoners, die het vrijwel zonder uitzondering betreuren dat deze cultuurhistorische goudklomp moest verdwijnen.

Aanzicht Geldelozeweg

Twee elementen hebben het aanzicht van de Geldelozeweg in Hoorn ingrijpend veranderd. Dat is de sloop van de watertoren geweest en de uitbreiding van Huize Avondlicht, dat in de loop der jaren met verbouwingen en nieuwbouw regelmatig aangepast is aan de behoeften. Aan het eind van de Geldelozeweg, aan het Keern, stond vroeger een Westfriese boerderij. Ook deze is verdwenen. De watertoren stond op de hoek Geldelozeweg - Keern. Hij is eind jaren zestig gesloopt, omdat de gemeente vond dat hij in de weg stond. Daarmee is wel een beeldbepalend gebouw verdwenen. De Geldelozeweg is verbreed van smalle buitenweg tot een brede verkeersstraat. Met de watertoren is ook het witte gebouwtje van het PWN verdwenen. Wat gebleven is, zijn de opslagruimten van het PEN, want vroeger zaten de waterleiding- en het elektriciteitsbedrijf bij elkaar.

Rechter

Over enkele weken zal de rechter zich moeten buigen over dit dossier. Mocht het voor de tweede keer tot een voor de bewoners ongunstige uitspraak komen, dan gaan ze tot aan de Raad van State door om te voorkomen dat hun 'niet-beschermingswaardige huizen' op de Monumentenlijst belanden.

Afbeelding