Beer in het midden, rechts Piet Keizer, en tweede van links Johan Cruijff.
Beer in het midden, rechts Piet Keizer, en tweede van links Johan Cruijff. (Foto: Archief)

Beer Wentink, de ‘eeuwige’ Roodbroek (3)

Willem Brand

HAARLEM - Dit is deel 3 van het verhaal over Beer Wentink, de speler die de meeste wedstrijden voor HFC Haarlem speelde. Herinneringen aan de markante trainer Barry Hughes tegen wie Beer nog heeft gevoetbald. Beer: “Hij was een knalharde voorstopper bij Alkmaar ‘54.” Gerrit Peijs: “’s Winters nam hij slidings op een bevroren veld. Dan lag zijn zijkant helemaal open. Hij was een harde, je hoorde hem niet. Hij had ook een plaatje in zijn mond te danken aan een luchtduel.”

Beer: “De jaren met Hughes waren het mooist. Voor de wedstrijd was er op de Kerklaan in Heemstede vaak een warme hap. Of we aten in Zandvoort een visje en gingen daarna op strand wandelen. Hughes was heel eigen en had zoveel leuke teksten. Hij had een Duitse herder Bobby, vernoemd naar Bobby Charlton. Die hond was een beetje een verwijzing naar de oorlog. Hij wilde zo laten zien dat hij de baas was en niet de Duitsers. De bijgelovige Hughes en ik deden in de spelersbus vaak een spelletje ‘Mastermind’. Dat kwam omdat we na de eerste keer het uitduel hadden gewonnen. De rest zat een potje te klaverjassen.”

‘Koude oorlog’

Peijs: “Een uitwedstrijd was net een schoolreisje. Doby Peters kwam een keer met een groot bord en deelde de bus in twee delen. Het achterste deel was de rokersafdeling. ’t Is nu een dooie boel met al die oortjes.”


Als Ajax op bezoek kwam, dan was Hughes op zijn best. Dan was het Koude Oorlog. Peijs: “Hij liet de kalklijn aan beide kanten een meter kleiner naar binnen toe trekken. Dan had Ajax minder ruimte om te tikken. En als het winter was, dan zei hij: laat Ajax eerst maar het veld opgaan. Wij kwamen dan vijf minuten later. Lieten we Ajax in de kou staan.”

Hughes maakte van een teambespreking een soort theater. Weer Peijs: “We moesten het veld als een arena zien. Er stond een kooi en daarin lag rauwe biefstuk. Wij moesten die biefstuk als eerste te pakken krijgen. Hij stond ‘t bloedserieus te vertellen. Of hij wilde ons over glasscherven en kopspijkertjes laten lopen. Ik heb dat altijd wel als stimulerend ervaren.”

Media

Betaald voetbal spelen was in Beers ogen ‘een leerschool die je nergens anders kunt vinden’ op het gebied van media en mensenkennis. In radioprogramma’s was Wentink een graag geziene gast.

Barend en Van Dorp kwamen voor hun programma ‘Sportief zijn, Beter worden’ op Veronica regelmatig bij hem thuis om een interview op te nemen. Beer: “Harry Vermeegen, toen journalist voor Dagblad De Tijd, had een keer voor mijn deur op de Lange Herenvest in zijn auto geslapen. Hij wilde per se de primeur over het ontslag van trainer Bill Thompson. Ik ben zo’n keer of vijf bij Felix Meurders op zaterdag in de ‘Rooie Haan’ aangeschoven. Dan zit je naast een minister. Felix was zelfs bereid voor nieuwtjes geld te geven, maar dat ging mij te ver.”


In de jubileumkrant die Haarlems Dagblad in 1989 heeft uitgegeven, herinnert Ajacied Jan Mulder zich Beer Wentink nog zittend aan een tafeltje in de bestuurskamer met popster Alice Cooper. Het was maart 1974, een paar maanden voor de WK-finale tussen Nederland en West-Duitsland. Omdat platenmaatschappij Bovema hun sponsor was, mocht Beer voorafgaand aan de wedstrijd tegen Ajax als aanvoerder popster Cooper een gouden plaat voor ‘Billion Dollar Babies’ overhandigen. Jan Mulder noteert in 1989: “Alice Cooper liep naast mij in een flinterdunne leren outfit, ‘t vroor dat ’t kraakte.” Gerrit Peijs: “De hele selectie kreeg die plaat. Hij ligt nog ongedraaid op zolder.”

Zaken

Het op het goede moment in de aanval opduiken deed Beer ook in zaken. De kans deed zich voor toen hij tien jaar voor de Hoogovens als registeraccountant bedrijven had beoordeeld.

Midden jaren negentig pakte hij zijn kans door samen met een collega een management buy-out te doen. Beer: “We konden een stuk of zes, zeven metaalbedrijven overnemen die Hoogovens wilde afstoten. We hebben toen de Hitgroep opgericht. Ik was de financiël directeur, Cor de algemeen directeur. Omdat wij bereid waren risico’s te nemen, hebben we onze business uitgebouwd. We hadden bedrijven in Azië, Europa en Amerika. Thuis zei ik wel eens tegen Ans: doen we ’t wel of doen we ’t niet. Zei Ans: Als ’t fout gaat, kan ik ook gaan werken. Dat heeft ze later ook gedaan, want alleen maar thuis zitten is ook niet goed. In 2005 hebben we de meeste bedrijven verkocht. Vanaf 2005 tot 2017 is er een nieuwe groep bedrijven opgebouwd in ontwikkeling en assemblage van hoogwaardige technieken. Ik ben nog steeds mede-eigenaar en aandeelhouder.”

Beer boerde zo goed dat hij een tweede huis in Zuid-Afrika kocht. Als ik na onze tweede ontmoeting zijn huis in Bentveld verlaat, vertelt hij dat hij in Amerika bij een afscheid visitekaartjes uitdeelde met alleen zijn voornaam erop. Dan valt me de plaquette ‘Free Beer’ op het dressoir in de hal op. Best grappig.

Verdwenen

Zo goed als het zijn eigen bedrijf was gegaan, zo slecht ging het zijn cluppie. Aan vet in de vorm van waardevolle activa ontbrak het in 2010.

Tussen 1982 en 1989 was Beer Wentink penningmeester bij de club waar hij vijftien jaar semi-prof was en bij de amateurs heeft afgebouwd. In 1987 had hij Dick Advocaat nog aangenomen. Beer: “We hadden vaak tegen elkaar gespeeld. Er was ook sprake van het bekende Advocaat-effect. Maar de financiële situatie was toen al penibel.”

Als ‘uithangbord’ probeerde Beer een dreigend faillissement te voorkomen. Een clubje getrouwen was met het plan voor een nieuw stadion in Oost gekomen. De gemeente Haarlem zou dan op het oude terrein huizen kunnen zetten. Beer: “Dat plan werd steeds maar weer uitgesteld. Er is een spelletje gespeeld en dat heeft ons de kop gekost. Maar we hadden ook te weinig achterban en onvoldoende business.”

HFC Haarlem was een club die nooit een grote trouwe aanhang heeft gekend. Tegen topclubs zat het vol. Maar als het wat minder ging, bleven de (houten) Haarlemmers weg. Alain Timmers: “Er werd ook nooit echt aangemoedigd. Je kon soms een speld horen vallen. Behalve dan als Puck, de vrouw van spits Wytze Couperus, naar haar plek liep. Dan werd er wel gefloten en gereageerd. Zij had een boetiek in mijn krantenwijk 307. Ik gluurde daar altijd even naar binnen. En je had melkboer Rutte die vlak achter de dug-out altijd liep te godverren tegen Barry Hughes. Mijn mooiste herinnering was de kampioenswedstrijd in de tweede divisie. Toen werd het shirt van spits Piet Hoeben’s lijf gerukt. Ik wist ook nog een stukje te bemachtigen.”

Allerlaatste wedstrijd

En zo behoort HFC Haarlem nu tot het rijtje 'verdwenen BVO's' met o.a. met FC Amsterdam, SVV, AGOVV en FC Wageningen. Op 22 januari 2010 speelde de club van de legendarische Kick Smit (Beers jeugdtrainer), wereldvoetballer Ruud Gullit, sfeermaker Barry Hughes, de onverzettelijke mandekker Piet Huyg en de aanvallende rechtsback Beer Wentink zijn allerlaatste wedstrijd: Ecelsior-uit. De afstandelijkheid had gezegevierd. De ‘oude Haarlemse dame' was niet meer. Peijs: "Beer was een ster in verdwijnen. Als we in De Witte Bergen koffie gingen drinken, dan zaten we vaak waar de voorzitter betaald voetbal Co Gosen ons niet zag. Bestelden we appeltaart of een moorkop. Kwaad dat Co dan was.”

Afbeelding
Beer Wentink.