Moddergat

Mijn hoogbegaafde buurman oom Jort en ik zijn op weg naar een nieuwe cliënt voor zijn bedrijf. Na een half uur hoor ik dat Friesland het reisdoel is. Al eens in Friesland geweest? Nee? Houden zo! Ze praten daar alsof ze zich hebben verslikt in een halfgaar knaagdier. Een Eskimo is beter te volgen.

Intussen rijden door een omgeving die op een mislukt landschap van Jeroen Bosch lijkt. Niet de Tuin der Lusten, laat ik daar duidelijk over zijn. Meer iets in de trant van ‘de Schreeuw’ van Edvard Munch, waar je zo’n lekker opgewekt gevoel bij krijgt als je er te lang naar kijkt. Omdat we trek krijgen, besluiten we in het plaatsje Moddergat iets te gaan eten. God mag weten hoe wij dáár verzeild zijn geraakt. Moddergat. Geloof het of niet. Het bestaat echt! Ik heb het nagekeken op internet: Driehonderd inwoners. Kengetal: 0519.

We komen tot de opzienbarende ontdekking dat Moddergat het enige gat in Nederland is waarin de ‘zakenwijk’, de Zeemanisering van de maatschappij, nog niet heeft toegeslagen. Geen Kruitvat, Blokker, Hema of Zeeman. Daarvoor in de plaats: Bed&Breakfast het Einde van de wereld, visserstruien van waddenwol en Museum ‘t Fiskershúske.

Probleempje is dat we geen contant geld op zak hebben. Dat is altijd handig als je op weg bent in Friesland en in Moddergat strandt. We parkeren de auto voor iets dat Kofje&Tee drinkerij Yke-Muoi heet. Het lijkt zo weggetrokken uit de nog onontgonnen jungle van een nog onontdekte Antarctische nederzetting. 

Even later bestellen we het enige gerecht op het menu: gebakken ei met hachee vermengd met originele Moddergatse kliertkoeken, pikant bereid op een bedje van Moddergatse chocoladetruffels waarbij het ei is meeverbrand. Als je dat op hebt, gaat zelfs je pincode spontaan over z’n nek. Maar dat terzijde. Nee, geintje. Het was by far het beste wat ik ooit in een nachtmerrie mocht verorberen.

Als het op betalen aankomt, vraagt oom Jort of hij kan pinnen. "Nee dat kin net. Mar wy hawwe WiFi” (Nee, dat kan niet, maar we hebben wel WiFi) zegt de eigenaar glimlachend, als een boer met kiespijn die zich verder wel redelijk senang voelt. Dat is uiteraard een hele troost. De eigenaar stelt voor om, zodra wij thuis zijn, het geld over te maken op zijn bankrekening. Ik geloof mijn eigen oren niet. Dat vertrouwen in de mensheid ondanks het criminele voorkomen van oom Jort. Het ontroert mij.

: pinnen is daar onbekend. WiFi niet. Er wonen daar alleen ongeneeslijk gewone mensen. E-mail kennen ze waarschijnlijk ook niet. Gestoord snerpende mobieltjes? Daar houden we hier niet van. Uitzetten graag! Moddergat. Ik ben er verliefd op. Ik ga emigreren! Daar wil ik wonen!